Spil begon zijn „verzamelwoede" in
1933. Aanleiding voor deze oud-bakker,
was het geschenk van zijn vrouw: het
boek „Folklore en Brood". Een boek,
dat uiteindelijk zou resulteren in een
uitgebreide kollektie over brood en
broodsoorten. Alles wat op schrift werd
gesteld met het onderwerp brood, kreeg
de aandacht van de heer Spil.
Zijn belangstelling voor het (oude)
bakkervak was voorgoed gewekt en het
verzamelen van oude voorwerpen die in
de bakkerij gebruikt werden, begon.
Tientallen jaren verzamelen leverde een
schuur vol op, met een schat aan ge
bruiksvoorwerpen, die vooral bij de
bakkers onder de bezoekers, nostalgische
gevoelens opwekt.
Pand en kollektie.
Het kontakt met Zeelandia over de
genoemde kalender uit 1979 resulteerde
in een gezamenlijke belangstelling. E-
nerzijds de wens van Zeelandia een mu
seum te stichten en anderzijds de al
aanwezige kollektie van Spil. Het was
Zeelandia die het oude pand in de stich
ting onderbracht en de heer Spil zijn
kollektie.
De speciaal voor dit doel opgerichte
stichting heeft onder meer tot doel, de
verzameling van de heer Spil zo goed
mogelijk onder te brengen, maar ook
de kontinuïteit te waarborgen. In het
bestuur namen zitting (naast de al ge
noemde Zeelandia-heren) de heer A. C.
Spil en diens zoon B. C. A. Spil en de
heer C. A. Siegert uit Harmeien, als
onafhankelijk en geïnteresseerde bakker
Beschuitgelei.
Naast het pand, bracht Zeelandia veel
materiaal in het museum: de geschiede
nis van dit toeleveringsbedrijf, dat in
1900 door de toen zestien-jarige H. J.
Doeleman werd begonnen. In het oude
pandje, een klein pakhuis, begon H. J.
Doeleman met de fabrikage van be
schuitgelei.
Overigens was het verzamelen van
de geschiedenis niet eenvoudig, omdat
in de oorlog en tijdens de watersnood
ramp van '53 veel waardevols verloren
ging. Bevriende relaties bleken echter
nog heel wat voor handen te hebben en
waren ook bereid dit af te staan voor
„Om Den Broode".
Het was architekt Chris van den Heu
vel, die het oude pakhuisje van weleer
herschiep in een sfeervolle outillage
voor de tentoongestelde voorwerpen en
machines. Daartoe verdween de oude
betonvloer bijvoorbeeld, waarvoor in
de plaats kwam een vloer van oude
straatklinkertjes. Verder werd het pand
geheel gerenoveerd, zodat het tot in
lengte van jaren het „thuis" kan zijn
voor de bakkerijgeschiedenis, in woord
en beeld.
Om bakkers en open-dag bezoekers
een beetje warm te maken voor „Om
Den Broode", een kleine indruk van
hetgeen hen te wachten staat.
Blikvanger bij binnenkomst is een
hand-broodwagen, van onbekende her
komst. Uiterst rechts het in authentieke
staat teruggebrachte kantoortje van de
gelei-fabriek, met een „hyper-moderne"
typemachine waarop eertijds de Zeelan-
dia-rekeningen werden getikt. Uiterst
links het bakkerswinkeltje van P. Du-
son uit Zierikzee, weer in ere hersteld.
Daartussen een paar juweeltjes van
machines: kneed-, kluts- en speculaas
machines uit de „pre-historie" van de
bakkerij. In de ontvangsthal ook vitri
nes met de oudste relatiegeschenken:
kalenders, mesjes, een zakboekje uit
1936, asbakken en rookgerei.
Dat Zeelandia ook aardappelmeel ver
werkte, blijkt uit een toewijzing met de
datum 1 juli 1948, voor 36 kg aardappel
meel. Verder op de begane grond nog
een oven-front uit 1920 met bijbeho
rende schieters (om het brood in de oven
te „schieten") en een wittebrood-trogje.
Eerste etage.
De iets kleinere voorwerpen hebben
op de eerste etage een riante plek ge
kregen. Een „spekkenbroodpan", be-
schuitdoppen, broodblikken (tot de
draad versleten....), spekulaasplanken
(maar dan de échte!), spritsspuiten, maar
ook ovenstenen en turf, weeg- en meet
instrumenten, suikerwerkvormen. En
fin: te veel om op te noemen.
Inderdaad: jammer dat niet iedereen
en altijd „Om Den Broode" kan inlopen
om te zien hoe de strijd om het dagelijks
brood in het verleden werd gevoerd.
Men zou diep respekt krijgen voor de
vaak „slaven"-arbeid van de toenmalige
bakkers, zeker wie ooit eens een kijkje
nam in een modern bedrjjf anno 19-nu.
7