nen achterhalen. Misschien wel mevr.
Cevaal, „tante Jaans", de enkele jaren
geleden overleden vrouw van de koster.
Zij was één van die markante figuren,
die het dagelijks leven kleurden. Dat
zij voortreffelijk kon dichten en dat bij
voorkomende gelegenheden ook deed,
weten velen zich nog te herinneren.
Het lied gaat verder:
De toren van dat hele kleine dorpje
Staat wel wat scheef, maar ach wat
hindert dat?
De klokkenklank van deze scheve toren
Heeft steeds voor ons betekenis gehad.
Scheef staat hij, de kerktoren van Ritt-
hem. Hij wordt nog regelmatig gecon
troleerd van Rijkswege. De toren is ver
moedelijk op een veenlaag gebouwd. Een
nieuwe fundering van beton heeft hem
stevigheid verschaft. Ouderling Bram
Ovaa vertelt dat de kerk en de toren
zeker zestiende eeuws zijn. De heer De
Meij gaat in zijn boek „De geschiedenis
van Ritthem", dat in 1929 verscheen en
in 1958 in herdruk uitkwam, nog verder.
Hij vermoedt dat kerk en toren, gezien
de bouwstijl al voor het eind van de
veertiende eeuw werden gebouwd. In
die jaren was er ook al sprake van een
pastoor van Ritthem, zo concludeert hij.
Een houten kerkje had vast geen eigen
geestelijke. Dat de kerk r.k. is geweest,
is onder andere aan enkele nissen, oor
spronkelijk voor heiligenbeelden ge
bruikt, te zien. Beeldenstorm en oorlo
gen zorgden voor verwoestingen en bij
de restauratie in het begin van de ze
ventiende eeuw werd onder meer het
koor aan de oostzijde niet meer her
bouwd. De consistorie bij de kerk is
waarschijnlijk even oud. Die werd nog
niet zo lang geleden door vrijwilligers
ongeknapt en ook de rest van de kerk
is herhaaldelijk gerestaureerd en opge
knapt. Dat heeft echter niets afgedaan
aan de eeuwenoude sfeer van godsvrucht
en vertrouwen in tijden van voorspoed
en vreugde, maar ook van tegenslag en
verdriet.
Daar hebben zelfs de soldaten die de
kerk als kazerne hebben gebruikt niets
aan kunnen veranderen. Zoals onder
meer Geuzen en de soldaten van de
prins van Oranje, die de kerk al ge
bruikten voor in 1612 officieel de Ned.
Hervormde Gemeente werd gesticht. Dat
betekent echter niet dat de hervorming
in Ritthem zo laat is doorgedrongen. Al
in 1564, twee jaar voor op Walcheren de
eerste hagepreek werd genoteerd, kwa
men aanhangers van de „nije leer" on
der Ritthem bijeen om 'n preek in de
buitenlucht te horen.
In. oud-koster W. Cevaal, die ook ja
renlang president kerkvoogd was, is nog
iets terug te vinden van de liefde voor
het, eeuwenlang met zorg gekoesterde,
traditionele. Hij loopt nog dagelijks in
de oude Zeeuwse dracht. Niet zonder
trots laat hij kerk en consistorie zien.
Ook de nieuwe, toch ook al weer bijna
honderd jaar oude, consistorie waarin
de namen hangen van alle predikanten
van 1612 tot 1964. Van al die predikan
ten is, dank zij de notulenboeken, nog
wel een en ander bekend. Zo had een
van hen een voorliefde voor twee voor
namen en de ouders die hun dopeling
twee namen gaven, schonk hij een fles
wijn. Of het nu nog zo is, weten we niet,
maar er moeten toch heel wat Ritthe
mers met een dubbele voornaam zijn ge
weest. Nu heeft Ritthem geen eigen do
minee meer, maar er wordt wel iedere
zondag gepreekt door ds. H. E. Vermeu
len, die zijn aandacht tussen Nieuw- en
St. Joosland en Ritthem verdeelt.
Rammekens.
De kerk moet er dus al lang nebben
gestaan, toen de toenmalige bewindvoer
ster over de lage landen, ,,'s vijfden Ca-
rels Zuster" (Maria van Hongarije) het
fort „Zeeburg" liet bouwen, nu Ramme
kens en in de volksmond „Rammetjes"
geheten. Het fort heeft een grote rol ge
speeld, niet alleen in die van Zeeland,
maar in onze hele vaderlandse geschie
denis.
Iets van die geschiedenis vinden we
terug in de woorden van de in 1770 over
leden dichter De La Rue: „Ik Zeeburg,
wier gestigt van 'svhfden Carels Zus
ter; En was in 't oreloge van Spanje,
groot van kragt, Dog Walcheren in deez'
tüd zig vindende geruster; Vertoone ik
naauw 't geraamt van mijn voorgaande
magt".
De verdediging van de kust en de stad
Middelburg berust niet meer bij het
fort. Eerder moet het fort nu worden
beschermd tegen het water. Bij de nie-
we dij kverzwaringswerken wordt keu
rig in een bocht om het fort heen ge
bouwd en nu ligt het daar weer veilig
achter de dijk, als een toch nog indruk
wekkend restant van de eerder vertoon
de macht.
Voor de Ritthemers hoort het er bij.
Bij het bos en die hele, toch wat merk
waardige omgeving, met zijn zeewering,
zijn schorren, zijn natuurschoon en zijn
industrieën en scheepvaart. Hoe anders
moet dat in vroeger eeuwen zijn ge
weest. Verder van het dorp verwijderd,
omdat de afstanden te voet of te paard
moesten worden afgelegd. Verder van
het strijdgewoel, maar toch heeft Ritt
hem in het dagelijkse leven daar hinder
van ondervonden. Inkwartiering van
soldaten, plunderaars, strooptochten van
de Spanjaarden. Ook goede dingen, zo
als het legaat van Alb. Plaan, majoor
van Zeeburg, voor de Ritthemse kerk.
Nu ligt het fort daar wat verstild, met
dikke muren oprijzend uit het water.
Het fort heeft de naam Rammekens
waarschijnlijk gekregen omdat het werd
gebouwd in de buurt van een nabiigele
gen ambacht. In 1472 is sprake van een
Adriaan van Nieuwerve, heer van Ram
mekens.
Het wordt nu, ook in de geschiedenis
boeken overal zo genoemd, als was de
officiële naam „Zeeburg".
Het fort werd destijds gebouwd aan
de inmiddels dichtgeslibde Welzinge, een
waterweg die naar de haven van Mid-
De kerk van Ritthem is een juweeltje. Bescheiden van omvang, maar met de
sfeer van een kathedraal, zoals eens een negentiende eeuwer schreef.
10