Kom's uit de schaduw: Abraham en Pieter Caland, Ingenieurs Zo vader (1789 -1869), zo zoon (1826 1902) Tekst: J. Kousemaker. Hoeveel belang de Duitsers hechtten aan een uitstekende verbinding van het Roergebied met de wereldzeeën via de haven van Rotterdam, is wel gebleken toen op de 14de mei 1940 Hitiers brom mende bommenwerpers hun dodelijke en verwoestende bommenlast neerdon derden op het hart van Rotterdam. ('Ja- wohl, das haben wir in zehn Minuten gemacht!'). Rotterdam zou een machtige Duitse haven worden. Daaraan had das Reich behoefte. Voor de verwerkelijking van die groot se plannen diende het oude stadshart te verdwijnen. Het verdween ook. Misschien vindt u dit een vreemd be gin? o Duitsland had namelijk al eerder brommend gekeken naar die goede ha ven. Zeventig jaar eerder al. Het hart van Rotterdam. Rotterdam is weliswaar de grootste havenstad van de wereld, maar als stad was en is het geen wereldstad. Zeventig jaar vóór 1940 was dat 'hart van Rotterdam' vrijwel de hele stad. Al wat er in 1940 rondom de puinhopen overeind is gebleven, was er na 1870 bijgebouwd. Tienmaal groter was de stad in zeventig jaar geworden! Hoe stormachtig moet die groei geweest zijn! Is daar een aanwijsbare reden voor? Die is er en heeft een naam. De Nieuwe Waterweg, schepping van Ir. Pieter Caland. Zonder deze Caland was het lot van Rotterdam bezegeld geweest: een haven die gedoemd was hopeloos te verzanden, evenals die van Stavoren, Brugge, Mid delburg of Sluis. Dat graven van de Nieuwe Waterweg was natuurlijk niet zo maar een parti culier plannetje van Caland. Hij voerde een opdracht uit. Genomen door de Ne derlandse regering. Maar wél onder druk. Mocht u zich verbaasd hebben over de aanhef van ons verhaal, toch is er een goede grond voor. Want ook toen al, zeventig jaar eerder, was het dat Duitsland grommend en brommend ('en met voortdurende aanstoot') naar de Rotterdamse haven keek, waarvan de mogelijkheden vrijwel zienderogen slon ken. Voor de steeds groter wordende (stoom)schepen werd de toegang te on diep 'ten gevolge van de drempel welke Duitsland scheidde van de Oceaan'. Het Roergebied moest verbinding hebben met de wereldzeeën. Na enkele militaire successen was, in Pruisen, Bismarck 'vast besloten het zwaard niet weer in de schede te ste ken'. Pruisen, en naar hij droomde, onder Pruisische hegemonie, Duitsland, (zeg maar: Groot-Duitsland) 'zou straks de eerste mogendheid op het Vasteland zijn geworden!' De Rotterdamse haven was 'een poli tiek struikelblok' geworden en in die situatie kwam de Nederlandse regering met plannen. Niet alleen voor Rotter dam, ook voor Amsterdam. Thorbecke meende: 'onze kust worde voor de grote scheepvaart toegankelijk'. Een van de levensbeschrijvers van Pieter Caland gaat zo ver te zeggen dat door de Nieuwe Waterweg 'ons volks bestaan bevestigd is'. De grote scheepvaart. In 1869 was juist het Suezkanaal ge opend. Een Nederlandse ingenieur, F. W. Conrad, had daar aan meegewerkt. En hij wordt genoemd als de man 'die de ontwikkeling van Rotterdam tot we reldhaven inleidde'. De komst en de gigantische ontwikke ling van stoomschepen veroorzaakten een groei en een drukte die we ons nu niet meer kunnen voorstellen. Ook onze snelle schepen moesten de korte route via het Suezkanaal bevaren om Indië te bereiken, maar ze moesten ook een thuishaven hebben waar ze goed terecht konden. (1). Reeds op 5 november was er een Staatscommissie benoemd om de verbe tering van de Rotterdamse haventoegang te bestuderen en daarom kwam er een groep knappe waterstaatkundigen rond de tafel te zitten. Onder dat gezelschap treffen we de naam aan van een jonge man, nauwelijks dertig jaar oud: Pieter Caland. Dat kan wel eens min of meer toe vallig zijn geweest. Hij was namelijk lang zo knap en bekend niet als die an deren. Maar hij werkte toevallig als arrondissements-ingenieur, sedert 1853, in de contreien en ambtshalve kon je zo iemand toch niet passeren. Hij was na melijk waterstaatsingenieur in Brielle met als rayon voor zijn werkzaamheden: het zuidwestelijk gedeelte van Zuid- Holland. Zo'n persoon onder wiens voe ten straks kanalen gegraven zouden moeten worden, neen, daar kon je niet omheen. Hij zat in ek geval mede aan die tafel. De jongste. Hij werd meteen aangesteld als secretaris van de com missie. Het geval wilde echter dat deze jonge secretaris een genie was. En dat zou nog duidelijk blijken! 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1984 | | pagina 13