Filips van Marnix, Heer van Sinte-Aldegonde 1539-1598 Kom 's uit de schaduw: „Den schranderen Edelman diej't Papendom deed beven". Tekst: J. Kousemaker. Dat er in Souburg (en Vlissingen) een Marnix-school staat is niet zo verwonderlijk, omdat de naamgever ter plaatse enkele jaren heeft ge woond zij het min of meer in ballingschap en omdat deze Soubur ger meer was dan een lokale vermaardheid. Dat er in Rotterdam al heel lang een Marnix Gymnasium gevestigd is, is niet zó zichzelf verklarend. Wat had de naamgever uit te staan met de gemeente Rotterdam? Niets meer dan het vrij onbeduidende feit dat hij er (1573/75) een paar jaar goeverneur was. Maar dat er redenen geweest zijn om in Haarlem in de 50er jaren van deze eeuw nog eens een Marnix Lyceum te stichten, doet de vraag op komen wat men toen in deze figuur gezien heeft en waarom men hem uit zo'n ruime keuze van mogelijkheden juist genomen heeft om zijn naam aan die nieuwe school te geven? Hij moet wel een erg groot nederlander geweest zijn wanneer, in een rij van befaamde naamgevende Nederlanders, een van onze fraaiste schepen die op „Indië" voeren ook de Marnix van Sint Aldegonde is ge doopt. De helft van degenen die er naar gevraagd werden wist er een ant woord op: de dichter van het Wilhelmus! En anders niet? Neen, was er dan nog iets anders bijzonders te weten omtrent die man? Wis en waarachtig wel! Maar.we zijn zoveel vergeten. Veel hebben we zelfs nooit geweten. Bij de bestuursleden van de Haarlemse school moeten nog wel enkele bijzondere as pecten van Marnix bekend geweest zijn toen ze hebben besloten (en hoe terecht) hun nieuwe lyceum naar deze man te noemen. Want de kennis, de invloed, de vroomheid, het godsvertrouwen, de kun de en het gezag van deze Zeeuwse edelman waren inspirerend, groot en veelomvattend. Zelfs, nu in deze eeuw der ontluiste ring, zijn auteurschap van het Wilhel mus wordt aangevochten. Wat overigens genoemd wordt „dat grootse en edelste aller Geuzenliederen". De geestelijke bagage van Filips van Marnix was een schatkamer van ge leerdheid en vroomheid: uitnemend pro zaïst en dichter, vertaler, geheimschrift- ontcijferaar, pedagoog, gezant en diplo maat, psalmdichter en vestingbouwer, tuinier en poliglot (hij beheerste acht talen), bijbelvorser en burgemeester en een strijdende Calvinistische geloofs held. Willen we deze figuur wat uit de scha duw doen treden, dan doe je dat niet in een verhaaltje dat je in een achterna middag even uit de losse pols op papier zet. Wil je hem in geschrifte recht doen, dan zou dat „een werk moeten worden van een historicus die er verscheidene jaren van zijn leven en zijn beste ar beidskrachten voor over heeft" (prof. M. Sabbe). Wie er zich toe zet, zoals hier wordt gedaan, om een vrij oppervlakkig beeld te maken van Filips van Marnix, staan boekenplankenvol tot zijn beschikking. o Zoals er „papenvreters" waren, waren er ook „ketterzuipers". Eén die tot de laatsten behoorde was kardinaal Bentivoglio die, getuige de kategorie waarin hij hier werd geplaatst, zijn bloed wel kon drinken. Tóch zegt de kardinaal over Marnix: een man van groot vernuft.één van de voornaam ste Raatsheeren die Oranje had; een schrander man van kloek beleid in alle handelingen.listig en één der hoog- geachtste onderzaten die in 't Neder- lantsch Verbont was. Er was niemand die (na de moord op Oranje) met groter partijscap zijde kiezen van) zijn heu genis ondersteunde". Ook de Vlamingen weten hun respect voor deze populairste burgemeester die Antwerpen ooit heeft gehad te betuigen: zij kwamen in 1939 bij de 400ste geboor tedag van Sinte Aldegonde, met een Ge- Marnix van Sinte-Aldegonde. Naar een koperprent van een onbekenden plaatsnijder. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1984 | | pagina 5