PHILIPPUS MARNIXIUS SANT-
ALDEGOND. VN. THEOLOGUS.
denkboek waarin zij hem op zijn waarde
weten te schatten. Een van de samen
stellers (Mr. Fr. Wittemans) getuigt:
„De trouwe raadsman en minister van
Oranje die de hele opstand heeft ge
schraagd van 15661585. Een gloedvol
schrijver, een uitblinkend godgeleerde,
een man met onweerstaanbare kracht
van buitengewone gaven, met de oor
spronkelijkheid van zijn genie, met de
impetuositeit van zijn geest, die eeuwig
de taal zal laten horen van nationale
fierheid en zelfstandigheid tegenover
vreemde dwingelandij; van het kloeke,
bijtende woord van verzet tegen dogma
tisme en bijgeloof. Een der rijkste hu
manisten uit de XVIe eeuw".
o
Herkomst.
Marnix stamde niet uit een Brabants/
Nederlands geslacht.
Toen Margaretha van Oostenrijk, in
Savoye weduwe geworden, naar de Ne
derlanden kwam om voor de 6-jarige
Karei (V) 's lands bestuur te voeren,
bracht zij Marnix' grootvader mee als
haar secretaris en algemeen schatmees
ter. Hij was Marnix de Thoulouse.
Zijn zoon Jakob werd, ook in Brussel,
ambtenaar. Hij trouwde en daardoor
verkreeg hij in Henegouwen, nabij Char
leroi, een heerlijkheid Sinte Aldegonde.
Jakob heeft twee zoons. De oudste
kennen we als Jan van Marnix van
T(h)oulouse. (Zie Zeeland Magazine no.
87) en de jongste wordt vernoemd naar
de zoon van keizer Karei V en is onze
Filips van Marnix van Sinte Aldegonde.
De kleine Filips leerde in Brussel, een
oer-Nederlandse stad, voortreffelijk Ne
derlands en Frans. Op zijn dertiende
werd hij ingeschreven aan de universi
teit van Leuven waar wel de basis ge
legd zal zijn voor zijn „verbazingwek
kende kennis der bijbeltalen".
In Leuven was trouwens ook ziin broer
Jan student.
Ze zijn veel samen opgetrokken. Ook
letterlijk. Naar het gebruik van die tijd
trokken ze in de loop der jaren van de
ene universiteit naar de andere, o.a. naar
Parijs, naar Pavia in Italië en Dole in
Bourgondië.
De schok die Luther aan de gerefor
meerde kerk had toegebracht, had in
tussen een dertigtal jaren doorgewerkt.
In Italië raakt de oudste broer. Jan, ten
volle overtuigd van de juistheid van Lu
thers optreden en leer en wordt Her
vormd. Hij is een man van de daad
(Z.M. nr. 87) en heeft een grote invloed
op zijn twee jaar jongere broer Filips,
die dan achttien is.
Tussen die beiden moet menig hartig
woordje gesproken zijn.
In 1560/61 vinden we hen weer samen
terug in Genève als leerlingen van Cal-
vijn. Filips studeert er louter theologie
en wordt zo een „door grondige studie
gewapende geest".
Terug in Nederland (Breda) is ook hij
een protestant.
Keizer Karei V, ook al geen gemakke
lijk heer voor ketters, wordt opgevolgd
door de fanaticus Filips II en we zijn
beland in de tijd van de gruwelijke ver
volgingen en de verkrachtingen van de
hooggeschatte privilegies, de door de
Nederlanders verworven rechten. Er
is geen enkele Nederlander die zich
daar zwijgend bij neer kan leggen.
Het huis van (de inmiddels getrouwde)
Filips van Marnix is een wijkplaats voor
onderduikers. Met name de z.g. hage-
prekers. Daaronder treffen we een
Zeeuw aan, Christoffel Roels, een la
tere raadpensionaris van Zeeland.
Marnix is in goede doen. Hij heeft een
inkomen (toen!) van 50.000 gulden per
jaar. Hij verkeert met het dusgenaamde
„lagere volk", maar ook met de adellijke
figuren uit zijn omgeving en leert zo
Lodewijk van Nassau kennen, de broer
van de Prins van Oranje (Breda was al
een aantal eeuwen een stad van de Nas-
saus en Oranje was derhalve wel dege
lijk van „Duytschen" d.w.z. van Ne
derlandsen bloede). Maar ook de nogal
heet gebakerde Hendrik van Brederode.
Het verbond.
We leven nu aan de vooravond van
het wonderjaar 1566, dat haast on
verklaarbare keerpunt in onze geschie
denis, in een baaierd van onrecht, wille
keur, rechtsverkrachting privileges en
Staten genegeerd), folteringen, verban
ning, verbeurdverklaringen, brandsta
pels en gruwelen jegens de hervorm
den).
En een verlammende onmacht ook
maar iets zinnigs te doen. Dus: frustaties
en woede die geen uitweg vinden. De ex
plosieven liggen hoog opgetast in de ziel
van een gemaltraiteerd volk. Bewaar ons
als de vonk bij het kruitvat komt. De
explosie zal verwoestend en alles-ont-
wrichtend zijn!
De „gewone man" telt in deze niet mee.
Hij draagt de last van de armoede,
die algemeen is, vanwege de geldver
slindende oorlogen van Karei V, die
■i.
6