derlanden een formidabele tegenstander.
Niet voor niets werd hij geacht de enige
te zijn die het, als veldheer, op kon ne
men tegen de vermaarde generaal die
Willem van Oranje was. Parma was aan
de winnende hand en hij bedreigde Ant
werpen. Nu deed de Zwijger een beroep
op Marnix An jou was van het toneel
verdwenen om aangesteld te worden
als „buitenburgemeester" van de stad.
Marnix was meteen bereid en aarzelde
niet, hoewel daartoe toch alle reden was
omdat er zeker een beleg door Parma
verwacht moest worden en menigeen
zich wel eens tweemaal bedacht zou heb
ben eer hij het hoofd zo duidelijk in een
wachtende strop zou steken.
Want Parma trekt zijn pllannen en
voert ze uit.
Antwerpen, de machtige, is zijn doel.
Het beleg komt.
Marnix kan nu nog vrij de stad in en
uit, dank zij de open Schelde. Zou
Parma kans zien die af te sluiten, dan is
de stad niet te houden.
o
Oranje en Sinte Aldegonde zien en
spreken elkaar nog één keer, op 12 juni
1584 bij de doop van het nieuwe prinsje
Frederik Hendrik te Delft. Daar en dan
zegt de Prins Marnix toe dat hij binnen
twee maanden een leger zal sturen tot
ontzet van Antwerpen.
Maar het duurde minder dan een
maand voordat fatale pistoolschoten de
Vader des Vaderlands velden.
Van de toezegging kwam niets terecht.
Antwerpen werd ingenieus ingesloten
De Schelde volledig dicht.
Toch gloort er hoop.
Zeeuwen rukken op om Antwerpen te
helpen.
Hun aanvoerder Hohenlohe en Marnix
leveren strijd tegen Parma's troepen op
de Kouwensteindijk en winnen.
Maar achter hun hielen wordt hun
succes direct teniet gedaan.
Er is nu voor nog één maand voedsel
in de stad.
Moeten de wreedheden van de Span
jaarden worden afgewacht? Zoals de
slachting in Naarden? De moordpartijen
in Haarlem? De pest en ontberingen van
het uitgemergelde Leiden?
o
Marnix schrijft Parma een brief en
hoopt door overgave van de stad een
zekere mate van godsdienstvrijheid voor
alle gewesten te verkrijgen, want hij
kende Parma als een edel mens en een
grootmoedig tegenstander.
Nam hij contact op met de vijand?
Maar dat was immers.verraad?
Er volgde van 9 tot 13 juli een over
leg tussen beide heren in Parma's kamp
te Beveren. Marnix pleitte er voor reli
gievrede en Parma had er oren naar.
Maar zijn voorstel daartoe heeft nooit
genade kunnen vinden bij Filips van
Spanje.
Op 19 juli gaf het belegerde Mechelen
zich over.
Op 17 augustus capituleerde Antwer
pen.
Op eervolle voorwaarden
Geen straf-executies ditmaal, geen
moordpartijen en geen woordbreuk.
Het garnizoen mag vrijuit gaan.
Marnix ook. Mits hij zweert een jaar
lang geen wapens op te nemen tegen de
Spaanse koning.
Nu komen de verdachtmakingen en de
laster. Hij zou de stad hebben overgege
ven uit baatzuchtige en met verrader
lijke bedoelingen.... Maar een uiterst
kundig veldheer, een van de knapste van
zijn eeuw, La Noue, oordeelde anders:
de stad was onmogelijk te behouden.
Walcheren.
Het kasteel in West-Souburg was an
dermaal Marnix' wijkplaats. Hij werd
door de Staten van Zeeland echt niet met
open armen ontvangen. Wee de wolf die
in een kwaad gerucht staat en zijn er
wel bonte koeien zonder vlekjes?
Hij werd in Zeeland geduld.
Toch zou hier zijn rehabilitatie begin
nen.
Maar hij leefde er in een volslagen
isolement.
Hij was gegriefd en diep teleurgesteld.
Doch hij had een veel te bezige geest
en hij was een man van te grote eruditie
dan dat hij zijn dagen in ledigheid zou
slijten.
Was hij niet dol op tuinieren?
Hij kweekte kweeën en pompoenen en
mangelwortels van wel twintig pond.
Ook schreef hij er een apologie.
Hij bestudeerde er vestingbouwkunde.
Hij verbeterde (nog steeds) zijn prach
tige psalmberijming die kop en schou
ders uitstak boven de lompe, hinkende
en ongelukkige berijming van Peter Da
ten Dathenus) die wel populair ge
worden was. En geen wonder. Want Da
theen was zelf voorzitter van een synode
waar de invoering van z ij n berijming
werd vastgesteld.
Dat alles deed Marnix als een vergeten
burger.
Geheimschrift-ontcijferaar.
Vergeten?
Eén was hem niet vergeten.
De jonge Prins Maurits die zich ging
opmaken om zich te meten met de on
vergelijkbare Parma. Om zo de geeste
lijke nalatenschap van Willem de Zwij
ger veilig te stellen voor de komende
eeuwen. Maurits die, samen met o.a.
Marnix van Sinte Aldegonde, getuige
was geweest van de sluipmoord te Ant
werpen.
Neen, Maurits was de fijnzinnige ge
leerde niet vergeten.
o
In Bergen op Zoom (dat sich vroom
hielt!) werden er brieven onderschept
die niemand lezen kon. Allemaal cijfer
tjes en tekentjes die een geheimschrift
vormden.
Maurits wist nog dat er een ontcijfe-
raar bestond die hem helpen kon: Mar
nix. Want Filips van Marnix was er
vermaard om. In 1576, bij de dood van
Requesens, had hij brieven gedecodeerd.
In '77 dito van Don Jan naar koning
Filips van Spanje die in Navarre onder
schept waren. En dat had zijn gevolgen
gehad.
En nu die Bergen op Zoomse. Marnix
wist ze te „kraken": ze kwamen uit het
Escoriaal te Madrid en het Vaticaan te
Rome, van Filips II en van de paus, en
dienden tot voorbereiding van een inval
van Spaanse legers zowel in Engeland
als in Frankrijk.
Marnix moest het zelf maar in Londen
gaan vertellen en dan door naar Parijs.
En daar ging hij weer langs een paar
Europese hoven: Repos ailleurs.
Toen hij in Parijs kwam met zijn
boodschap vroeg koning Hendrik IV of
hij wellicht ook een brief kon ontcijferen
die hij onderschept had. Dat kon. Naar
bleek werd Parma daarin in een kwaad
daglicht gesteld en bij zijn vorst zwart
gemaakt. Marnix bracht de roddel per
soonlijk ter kennis van zijn ridderlijke
oud-vijand.
Nog in de schaduw.
Het is natuurlijk erg jammer dat Filips
van Marnix niet een (ons bekend) dag
boek heeft bijgehouden, noch zijn me
moires heeft geschreven. Er zou veel uit
hebben kunnen blijken. Ondermeer ook
(zoals we tóch wel weten) dat zowel
Marnix als zijn vriend Oranje er nooit
naar gestreefd hebben om hier te lande
een reformatorische laat staan een
Calvinistische staat te vestigen. Bij
beiden ging het in hun strijd in de voor-
Kasteel van West-Souburg. Naar een koperprent vam Pieter Bast (1598).
9