Staten van Zeeland verleid op Jacob van
Baarland, heer van Dirksland. In 1642 gin
gen de verdronken gronden in eigendom
over op Gerrit van der Nisse, Floris Sas van
Weldamme en anderen. Inmiddels waren de
ze gronden door moeder natuur weer her
schapen in een gebied van schorren, slikken
en kreken. Herders woonden er op stellen
en hoedden er als vanouds weer hun
schapen.
Op 22 juni 1644 verleenden de Staten van
Zeeland oktrooi voor het opnieuw bedijken
van het eertijds verloren gegane gebied. In
1645 ontstond de Oude Polder van St. Phi
lipsland, ter grootte van ongeveer 580 hec
taren. In de lengterichting van het bedijkte
gebied lag nog een kreek, die De Luijster
werd genoemd.
In de zuidelijke hoek van de polder werd
een oppervlakte van 10 gemeten gereserveerd
voor de bouw van een nieuw dorp. In tegen
stelling tot het verdronken dorp St. Philips-
kerke, dat vermoedelijk een ringdorp is ge
weest, zag het nieuwe dorp St. Philipsland
er geheel anders uit. In 1668 werd er een kerk
gebouwd, die in 1844 werd vernieuwd. Het
nieuwe dorp bestond uit een brede voor
straat, die vanaf de dijk doorliep tot de kerk.
Evenwijdig aan de voorstraat liep nog een
achterweg. Of er van het vergane dorp St.
Philipskerke later nog ooit wat is terugge
vonden, is me niet bekend.
Tussen Eendracht en Krammer.
Hoe zag de buitendijkse toestand tussen
Eendracht en Krammer er uit omstreeks het
midden van de 17e eeuw? We kunnen dat het
best nagaan aan de hand van een schets die
ik overnam uit het werk van M. H. Wilde-
rom. Tussen afsluitdammen en deltadijken
deel 2. Tussen het Zijpe en de herdijkte Ou
de Polder van St. Philipsland liggen uit
gestrekte slikken en een aantal kreken. Het
schor Rumoirt is van Duiveland gescheiden
door de Wijdaars. Dat is een van de twee
stromen waarin het Keeten zich ter hoogte
van Bruinisse splitste. De andere stroom
noemde men het Zijpe. Om redenen van
10
strategische aard heeft men destijds op het
schor Rumoirt een kleine versterking
gebouwd.
In het midden van de 17e eeuw vormde het
Slaak als diep vaarwater in het verlengde van
de Eendracht, een belangrijke schakel in de
waterweg van noord naar zuid en omge
keerd. Oostwaarts van het Slaak lagen de uit
gestrekte slikken van de Heene, die aanslo
ten tegen het vaste land van Noord-Brabant.
Een bekende kreek in het slikkengebied tus
sen het Zijpe en de bedijkte polder van St.
Philipsland was destijds de Bruintjeskreek.
Een overlevering wil dat een mosselvisser uit
St. Annaland er op 7 oktober 1682 een wal
vis ontdekte. Het dier moet 50 voet lang zijn
geweest en zou een dikte en een breedte heb
ben gehad „vergelijkbaar met een trek
schuit". Met vereende krachten werd het
dier tenslotte in de Mosselkreek gevangen en
afgemaakt. Dat heldenfeit werd op een zestal
afbeeldingen voor het nageslacht vastgelegd.
Op welke wijze het dier om zeep werd ge
bracht, is me niet bekend.
Krijgsrumoer.
De tachtigjarige oorlog heeft ook het wad
dengebied tussen Eendracht en Krammer
niet ongemoeid gelaten. Zo trok in 1575 een
leger van 1500 Spaanse soldaten zich samen
op het verdronken gebied van St. Philips
land, onder bevel van Mondragon. Het doel
van deze operatie was de bezetting van Zie-
rikzee. Op 28 december trokken ze over de
slikken en schorren en zagen kans de toen
nog vrij ondiepe stromen Wijdaars en Zij
pe door te waden. In de omgeving van Brui
nisse kwamen de soldaten aan wal. Ze trok
ken vervolgens het Dijkwater over en sloe
gen het beleg voor Zierikzee.
Een ander bekend wapenfeit dat zich in
de omgeving afspeelde, liep voor de Span
jaarden minder gunstig af. In 1631 werd in
Antwerpen een plan beraamd om bij verras
sing een deel van Zeeland weer onder Spaans
bewind te brengen. De uitvoering van de
operatie zou plaats vinden door troepen on
der bevel van Jan van Nassau en onder lei
ding van Gillis van Wissekerke. Een vloot
vertrekt uit Antwerpen, maar werd op 12
september 1631 in de Mosselkreek opge
wacht door een Zeeuwse vloot onder bevel
van Marinus Hollaar. Dichte mist bracht de
Spanjaarden in verwarring. In het Slaak le
den ze een grote nederlaag, waardoor de be
zetting van een deel van Zeeland kon wor
den verijdeld.
Voortgaande bedijkingen.
Op 3 mei 1776 verleende de Staten van
Zeeland aan J. W. Schorer en J. A. van de
Perre oktrooi voor de bedijking van een
nieuwe polder, die in 1777 tot stand kwam.
Het was de Henrit'tepolder, die vermoede
lijk werd vernoemd naar Henriëtte de Mau-
regnault. Ze was gehuwd met Joh. van
Hoorn, een van de ambachtsgerechtigden
van St. Philipsland.