was dan Holland. Middelburg werd weldra een
havenstad san allure. Nu moet men zich daar
bij sooral geen hedendaagse 'Rotterdamse
toestanden' voorstellen. De schaal der dingen
w as in de Middeleeuwen op vrijwel elk gebied
zeer beperkt ten opzichte van wat wij zoal ge
wend zijn.
Zelfs het feil, dat tot driemaal toe, name
lijk in 1337, in 1348 en in de periode 1383-1389,
de Engelse wolstapel in Middelburg was ge
vestigd, hield niet in, dat de haven vol lag met
honderden grote zeeschepen.
De wolstapel in Middelburg; dat betekende,
dat alle invoer van Engelse wol naar het conti
nent via Middelburg verliep. Een grote bedrij-
\igheid en een relatief groot aantal seheepsbe-
wegingen waren er het gevolg van. Was de ha-
sen aan de dam aanvankelijk groot genoeg om
al die schepen te ontvangen, al gauw was er in
de haven gebrek aan ruimte. Vermoedelijk al
in de veertiende eeuw werd de Middelburgse
haven uitgebreid met de Rouaanse kaai. Maar
laten we op die uitbreiding niet vooruitlopen.
Op onze ochtendwandeling zullen we daar nog
wel terecht komen; terug naar de Dam!
De aangevoerde goederen moesten natuur
lijk worden gelost en later in andere schepen
worden geladen om landinwaarts of naar an
dere zeehavens te worden getransporteerd. Nu
was men in die lijd niet voor een kleintje ver
vaard. Er werd heel wat afgesjouwd, ook aan
de havenkant. Er zijn echter grenzen aan de
menselijke spierkracht. Een vat wijn of een
baal wol pak je niet zo maar op om uit het
scheepsruim op de kade te zetten. Weldra werd
er een kraan opgericht, een werktuig dat in vrij
wel geen enkelijke havenstad van betekenis uit
die tijd ontbrak.
De eerste kranen dateren waarschijnlijk uit
de dertiende eeuw Ze waren geconstrueerd van
hout. lil een rekening uit Brugge uit 1304 wordt
voor het eerst het Middelnederlandse woord
'crane' gebruikt. In Middelburg wordt al in
stadsrekeningen van 1365/1366 een stadskraan
bij de haven genoemd. Dat was overigens niet
de eerste kraan in Middelburg; de in de stads
rekening genoemde kraan verving een andere
kraan, 'die oude Crane', welke werd afgebro
ken. De kranen 'werkten' met menselijke spier
kracht. In een tredmolen aan de zijkant van
de kraan liep een aantal mensen om de kraan
in beweging te brengen. Voor ons, twintigste-
eeuwers, bijna onmenselijke arbeid. Voor de
kooplieden was er de plicht om van de kraan
gebruik te maken bij het laden en lossen van
schepen. Die verplichting viel bij de buitenland
se kooplieden veelal niet in goede aarde. Er wa
ren klachten over de bediening; in 1460 ver
zocht de Hanze, het machtige Noordwest-
Europese handelsverbond, om een vast tarief.
Een halve eeuw later, in 1512, dienden Spaan
se kooplieden uit Andalusië een verzoekschrift
in om betere bediening van de kraan. En pas
sant vroegen zij ook maar meteen om vrijstel
ling van tol.
De Middelburgse vroede vaderen waren van
goede wil. Dat blijkt wel uit het feit, dat het
stadsbestuur zijn licht opstak in Brugge waar
het naar de daar geldende ordonnantie op de
kraan informeerde. Kennelijk werkte het be
zoek inspirerend, lil 1546 werd de bediening
van de Middelburgse kraan geregeld. Onder
meer werd bepaald, dat iedere schipper op zijn
beurt zou worden behandeld. De bediening van
de kraan vond plaats door de 'kraanvader' en
zijn 'kraankinderen'. Nee, geen familiebedrijf
maar een patroon met zijn knechten waarvan
de beroepsnaam: 'kraanvader' en 'kraankin
deren' al aangeeft hoe de arbeidsverhoudingen
toen lagen: als van een goed zorgende vader
en zijn kinderen. Ook in de scheepvaart in die
tijd had men soortgelijke verhoudingen; het
scheepsvolk heette 'scheepskinderen'.
De kraan is op verschillende oude kaarten
van Middelburg weergegeven, onder meer op
een kaart van ongeveer 1580 uit het 'Steden-
boek' van Braun-Hoegenberg, welke de
toestand omstreeks 1400 weergeeft en op een
kaart uit het 'Stedenboek' van Blaeu uit 1649.
Op laatstgenoemde kaart ontbreekt evenwel de
tredmolen aan de zijkant van de kraan. Even
min staat er een kraan aan de Nieuwe Haven
- ter hoogte van de huidige Herenstraat - afge
beeld, welk werktuig wel op eerstgenoemde
kaart is weergegeven.
Middelburgs welvaart in de tweede helft van
de zestiende eeuw manifesteerde zich onder
meer in het vergulden van het bovenstuk van
de kraan in 1563. Op een zonnige dag moet dat
een magnifiek gezicht zijn geweest.
De Middelburgse kranen gaven wel eens aan
leiding tot strubbelingen met buurgemeenten.
De kranen leverden nogal wat geld op voor de
stad en concurrentie van kranen in de nabij
heid was dan ook taboe. Jonkheer Jan van Tra-
signies, Heer van Arnemuiden, richtte op de
oude Middelburgse havendijk in Mortiere, aan
de zuidzijde van de stad, een 'wip' of kraan
op. Prompt liet het Middelburgse stadsbestuur
de nieuwe kraan 'van de concurrentie' omver
halen. Keizer Karei V moest er zelfs aan te pas
komen om het geschil te beslechten. Het voor
val speelde zich af in 1536. Het is dan al weer
een jaar geleden dat er een nieuwe vaarweg van
Middelburg naar Welsinge, het water aan de
oostzijde van Walcheren dat toegang gaf tot
de zee, werd gegraven. In 1531 had Karei V
daarvoor toestemming verleend. De Arne was
inmiddels al zo aangeslibd, dat redelijk grote
schepen Middelburg zelfs niet meer met vloed
konden bereiken. Het kanaal was kaarsrecht
en liep van het verlengde van de Dam, langs
de huidige Punt en Maïsbaai en langs wat nu
bekend is als de Nieuwlandse dijk. Tijdens het
vervolg van ons uitstapje zullen we de oude ka
naalbedding nog van nabij kunnen zien. Maar
daarover straks meer.
We hebben de Punt bereikt waar een juweel
van een oude kraan staat. Weliswaar lang niet
zo oud als de hierboven beschreven kranen
maar wel meer dan honderd jaar oud en per
definitie dan ook vallend onder het begrip 'an
tiek'. Met recht is dit werktuig een industrieel
archeologisch monument. Sinds de Middeleeu
wen zijn er altijd al kranen in Middelburg ge
weest. Meestal erg groot, zoals de kraan die in
1746 werd gebouwd en een last van ruim 13.000
pond kon hijsen. Om zo'n karwei te klaren
moesten er wel negen kraanlieden aan te pas
komen! Ook een grote, forse kraan heeft niet
het eeuwige leven. Omstreeks het midden van
de vorige eeuw was de kraan aan vervanging
toe. Het gemeentebestuur wilde een wat hand
zamer kraan
tje. Uit een verslag van 1861 lezen we, dat het
gemeentebestuur wenste te beschikken over een
nieuwe kraan, 'minder omslagtig in haar ge
bruik en meer beantwoordende aan de eischen
des tijds'. De kraan kwam er: een 'tribular
wrought iron vrane', naar beproefd Engels re
cept, voor 4.845.— geleverd door de firma
Weduwe Sterkma en Zoon te 's-Gravenhage.
De oude kraan werd voor 1.210.- verkocht
en vervolgens gesloopt. De nieuwe kraan werd
niet opgericht op de plaats waar de oude kraan
had gestaan maar op de Punt, aan het begin
van de stadskaden, zulks uit
efficiency-overwegingen.
We laten de kraan de kraan en gaan de brug
van de Rotterdamse kaai naar Dwarskaai over.
Even stilstaand op de brug om naar de jacht
jes in het 'Dok' te kijken vraagt vriend Mart
waarom er gebruik gemaakt is van - naar het
lijkt - drijvende steigers; waarom geen goed
kopere oplossing met gebruikmaking van meer
palen? Er is immers geen sprake meer van eb
en vloed? Klopt; geen eb en vloed. Palen moch
ten er echter niet geslagen worden. Dat kan ook
moeilijk; de bodem van het basin heeft een
houten bodem. Een luxe constructie? Dat lijkt
nu wel, maar vroeger had die houten bodem
een functie toen het achterste deel van deze
voormalige haven als droogdok werd gebruikt.
In 1874 werd door een grote meerderheid van
de Middelburgse gemeenteraad besloten tot de
aanleg van een droogdok als één van de mid
delen om de stad uit de toen heersende econo
mische malaise te helpen. Het plan was af
komstig van de Rotterdamse reders Decker en
Van Zeijlen die wel wat in Middelburg zagen.
In datzelfde jaar hadden beide heren in het Bal-
kengat een werf opgericht: 'Middelburgs Wel-
21