DE TAALTIRANNIE VAN MOKUM EN 'T GOOI ,,Op z'n Flakkees gezeit": Het Zeeuws van „Meneerse" Iedere uitgave in hel Zeeuws, of in een aanverwant dialed verheugt ons. Die uit gaven geven er blijk van dat de echte streektaal nog niet dood is. Ja, nog zo levend is. dal zij in geschreven vorm haar functie als communicatiemiddel kan uit oefenen. In de streektaal kan geschreven worden: leesbaar, genietbaar, helder en d uidelijk. Het is verblijdend dat in onze Nederlandse gewesten de geschreven streektaal opbloeit. Zo wel \anuil het Drentse als vanuit het Gelderse bereiken ons berichten hierover. Friesland en Groningen hadden al oudere tradities op dit ge bied: tradities, die nog gelukkig heslaan. In onze Zeeuwse gewesten belloon Uitgeve rij Markusse in het Noord-Bevelandse Wissen- kerke lot die boekverspreidende bedrijven die liet voortbestaan van de streektaal in geschre ven vorm dienen. Uiteraard uit commerciële overwegingen, want een uitgever moet ook eten, maar niet alleen vanuit deze beweegreden: Niet alleen het winstpercentage, maar ook de instandhouding van de gewesttalen speelt bij deze (en gelukkig ook bij andere) uitgeverij een belangrijke rol. En dat is prijzenswaardig. Pro vinciale en gemeentelijke overheden zouden hiervoor onderscheidingen moeten instellen. Maar eerlijk gezegd zien we dat eerder in Fries land, Drente of Gelderland gebeuren, dan in Zeeland, waar de houding van die autoriteiten tegenover het dialect best wat positiever zou kunnen zijn. Goed, dat zijn we weer kwijt. En dan nu de uitgave waar het om gaat: Een boekje onlangs verschenen bij Markusse, Wis- senkerke, getiteld: ,,Op z'n Flakkees gezeit". I let is geschreven door Nel Siegers - v an Don gen, en van illustraties voorzien door Marijke van Buren. Zoals gezegd: met iedere uitgave in dialect zijn wij blij. Reden: zie boven. Maar dal betekent niet dat ieder schriftuur in bet Bevelands, Walchers of Flakkees daar mee bestempeld is lot een meesterwerk, dat geen kritiek mag ondergaan. De zaak van on ze Nederlandse streektalen is er niet mee ge diend als we alles maar slikken wat ons onder de vlag van het dialect wordt voorgezet. Ook bij bet gepubliceerde in de streektaal heb je kaf, koren en vele graduaties daartussen. liet boekje van Nel Siegers - van Dongen is geen kal', ook geen „zuver graen". Het heeft zijn verdienste en zijn tekortkomingen. Verdienstelijk is de poging de geïnteresseer de lezer bekend te maken met de spraak van de vroegere vissersbevolking uit Middelharnis; een taal, die onmiskenbaar Zeeuws is, al zal menig dialectspreker uit de Zeeuwse archipel verschillen ontdekken met het spraakgebruik van zijn ol' haar omgeving. Verdienstelijk is het streven bekendheid te geven aan het leven van de vissers van „Me- neerse" zoals zich dat eind vorige, begin deze eeuw voltrok. De illustraties bij deze verhalen spreken van een tijd die achter ons ligt, maar die ook haar eigen (positieve) waarden had; haar eigen charme en sfeer, waarvan helaas te veel verloren is gegaan. Toch zijn er een paar bezwaren op te noe men tegen het boekje van Nel Siegers. Zij pro beert de gesproken taal zo nauwkeurig moge lijk weer Ie geven. Uit hel oogpunt van gespro ken dialect is dat wel interessant. Maar voor de lezer die ook nog een min of meer boeiend verhaal verwacht, stelt het wat teleur. Hier en daar vervalt de tekst in gezeur. Veel van wat eenvoudige mensen ons in heden en verleden te vertellen hebben, kan de moeite van het vermelden waard zijn, maar veel ook niet, en dat geldt dan niet alleen voor de uitingen van „eenvoudige" mensen. In haar enthousi- Deze idiote houding van de Gooise ether- baronnen heeft bijvoorbeeld een eind gemaakt aan de samenwerking tussen BRT en NOS bij het programma „Sesamstraat". Bij de Gooi se NOS vond men het doodgewoon dat er in deze gezamenlijke Belgisch-Nederlandse pro- duktie stemmen met een Amsterdams accent te horen waren, maar stemmen met een Vlaams accent dat mocht niet van de NOS! „Dan zon der ons", zei de BRT terecht. Van de Belgen wordt verwacht dat ze de „wereldtaal" van Groot-Mokum begrijpen (en de meesten doen dat ook!). Maar je mag de lie ve kijkers en luisteraars in de Randstad toch niet vermoeien met een Antwerps of Brussels accent! Misschien moeten ze hun oortjes dan te veel inspannen, en dat is toch werkelijk te asme om de lezer te confronteren met het doen en laten van de bevolking van Middelharnis in een wat verder en nabijer verleden gaat de schrijfster soms op de wat al te „volkse" toer. Niet ieder woord, iedere zinswending van „bu- vrouw Buth en buvrouw Taol" is boeiend en vermeldenswaardig. Dat heeft de schrijfster wel eens vergeten. Het verhaal over de 30ste april 1980 vinden we ronduit gezever, ook al kun nen we de verontwaardiging over bepaalde ge beurtenissen op die dag wel delen. Het aantrekkelijkst zijn nog de verhalen over de „visterieje". Merkwaardig die spelleing. In de meeste Zeeuwse dialecten is „visserieje" (zonder 't') toch meer gangbaar. Ook hier is het gebrek aan een standaard spelling voor het hele Zeeuwse taalgebied weer duidelijk voelbaar, Woorden als 'veul' en 'vul', en 'vo', 'voe' en 'voor' lopen elkaar in de weg. Zeeuws sprekenden zeggen geen „karke" of „maansen", maar „kerke" en „mengsen" met een lang gerekte 'e' uit 'pet', die weliswaar enigszins naar de 'aa' neigt, maar daarom nog geen 'aa' is. Nochtans spelt Nel Siegers deze woorden met een 'aa'. Maar dat is haar niet aan te rekenen, maar diegenen, die al lang hun financiële en organisatorische medewerking hadden kunnen geven voor het tot stand ko men van een Zeeuwse standaardspelling, die eenheid in schrijfwijze combineert aan het streekeigene. Kritiek? Zeker! Desondanks zijn we blij met „Op z'n Flakkees gezeit". Joris van Hoedekenskerke. veel gevraagd! Vlaams mag niet van hel Gooi. Amsterdams is „een must" (om het eens in „goed Hollands" uit te drukken)... Dat heeft die firma uit West-Vlaanderen, die reclame maakte door middel van de Nederland se STER ook gemerkt: Een vlotte jongeman prees in goed verstaanbaar, maar onmisken baar Belgisch-Nederlands de kwaliteiten aan van de tapijten die de Vlaamse firma aan de man bracht. Na een poosje was de jongeman nog wel op de beeldbuis te zien, maar zijn stem was verdwenen. Uit de mond van de Vlaming klonk dezelfde reclametekst van voorheen, maar nu met een Hollands accent. De tekst was na-gesynchroniseerd. Verstaanbaar of niet, een Vlaamse tongval wordt in het Gooi niet gepruimd! De Nieuwe Rotterdamse Courant berichtte onlangs dat de BRT - tl weet wel, de Belgische Nederlandstalige radio en televisie - de pest in had op de NOS, de Nederlandse Omroep Stichting. Beide organisaties zouden eigenlijk meer moeten samenwerken, maar in Hilversum kijkt men wal op „die Belgen" neer. Alleen als de centen op zijn herinnert men zich in het Gooi, dal je nog de mogelijkheid hebt van een eo-produktie met de Vlaamse televisie. Dan mag buurman Belg mee betalen aan zo'n gezamenlijke film of programma, maar de kijker en luiste raar mag dat nauwelijks merken. In het Gooi is men namelijk allergisch voor... de Vlaamse tongval. Fn niet alleen voor de Vlaamse! 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1985 | | pagina 23