Sterke jaarklas schol (1983) op Noordzee komt tegen eind 1985 al in de vangst De I'homaes- en Paulinapolder kregen in de tweede helft van de vorige eeuw de rekening gepresenteerd van een verleggend stromenstel sel in de monding van de Braakman. Was er oorspronkelijk één hoofdgeul in de monding van deze zeearm, later ontwikkelde zich langs de zeedijk twee stromingen, waardoor de Sa- vooyaardsplaat in het midden van de Braak man, kon opwassen. De ene stroomgeul zorg de voor veel problemen aan de oevers van de Nieuw Neuzenpolder, waar in de periode 1862-1888 voor ruim twee miljoen gulden aan oeverdefensie werd uitgegeven. Tot 1890 vonden de ontgrondingen plaats in de omgeving van de buurpolders. In de nacht van 19 op 20 februari verdween een deel van het voorland voor de Paulinapolder over een lengte van 170 m (ongeveer 1330 kubieke me ter) in de buurt van de Thomaespolder, die op 21 juni 1889 calamiteus was verklaard. Bij de volgende en laatste oeverval in 1891 ging on geveer 7100 kubieke meter voorland verloren. I)e haven. Op 22 februari 1902 verleende de Minister van Handel, Waterstaat en Nijverheid toestem ming aan de heren J. A. van Rompu, Frans van Hoeve en Philippus van Dixhoorn een ha ven voor de Paulinapolder aan te doen leggen met een kade van 26 meter. De aanbesteding vond plaats op 18 april daaraanvolgend. Voor 11.620.— was A. Tholens uit Terneuzen de aannemer. In 1923 verdween tijdens de uitbrei ding van de haven met 30 meter, de spuisluis. De concessionarissen waren sinds enige ja ren ingelanden van deze polder, nadat de na- zalen van de Compagnie-Pussemier hun bezit tingen te gelde hadden gemaakt. Mogelijk heeft de stichting van de suikerfa brieken te Sas van Gent (1872 en 1902) verband met de aanleg van dit landbouwhaventje, dat slechts net als de vijf kilometer noordelijk ge legen tijhaventje van Hoofdplaat en het op ge lijke afstand liggend haventje van de Konin- ginnepolder, bij vloed toegankelijk was voor schepen. Het polderbestuur, dat bijna onmiddellijk na de oplevering, het haventje met weeginstalla tie in exploitatie nam, had wisselende resulta ten met de haven, omdat veel geld moest wor den uitgegeven aan onderhoudswerkzaamhe den er van en aan de toegangswegen. Nadat in 1952 door de bedijking van de Braakman de Koninginnehaven was verdwe nen, werd twee jaar later een mechanische in stallatie voor het laden van de bieten door de suikerfabrieken Sas van Gent, Dinteloord en Roosendaal in gebruik genomen op het haven terrein van de Paulinahaven, die tot 1963 in be drijf bleef. Het haventje verdween tijdens de dijkverzwaring van 1975. Gebroeders Pladdet B.V. Midden in dit rustige, agrarische gebied be vindt zich een constructiebedrijf dat algemeen bekend is in zuidwest Nederland op het gebied van grondverzetmachines, het onderhoud en de reparatie daarvan. Hier worden speciale onder delen van het merk Atlas geconstrueerd, die overal in de Zeeuwse klei hun grijpgrage tan den zetten. Het bedrijf biedt momenteel werk aan 42 personen. In 1943 begonnen de gebroeders Pladdet, Ja cobus en Krijn, een loonbedrijf. Tien jaar la ter dorsten zij de eerste rogge-oogst uit de Braakman. ,,De schoven werden toen nog met paard en wagen naar de voormalige Koningin nehaven gevoerd, waar een grote dorsmachi ne opgesteld stond", weet Krijn Pladdet zich nog goed te herinneren. Naast het loonbedrijf ontwikkelde zich het mechanisatiebedrijf waar Jacobus zich nauw bij betrokken voelde. De eerste opdracht in die richting kwam van het waterschap „Het Vrije van Sluis" in het be gin van de jaren vijftig, toen een grote hoeveel heid baggerspecie naast de verdiepte afvoerlei- ding verspreid moest worden. Het loon- en grondbedrijf werden in de zesti ger jaren afgebouwd en het accent kwam te lig gen op het constructiebedrijf. Aan tal van grote Zeeuwse werken leverde de firma, direct of in direct, kennis en machines, zoals bijvoorbeeld aan de verbreding van het kanaal Terneuzen- Gent (1964-1969), de ruilverkaveling in Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen en in 1953 toen bij Nieu- werkerk een Atlas werd ingezet na de dijkdoorbraak. Het bedrijf, dat op een steenworp afstand staat van het Bevrijdingsmonument (1979) en de Pauiinaschorren, staat in schril contrast tot de landelijke rust die er daar langs de boorden van de Westerschelde nog heerst. Het Paulinaschor. Het Paulinaschor (41 ha) en het zandstrand voor de Mosselbanken vormen het grootste schorrengebied in de Westerschelde op Saef- Eind 1985 komt op de Noordzee een nieu we, sterke jaarklasse schol, die in 1983 gebo ren werd, in de vangst. Volgens de schol- bioloog van het Rijks Instituut voor Visserij Onderzoek (R1VO), drs. A. Rijnsdorp, ligt de- linge na. Door de ligging alleen al, is het een uniek gebied ook wat betreft het zoutgehalte. De getijden en stromingen zorgen voor een gro te aanvoer van voedsel, waardoor er opvallend veel schelpdieren, kreeften en wormen leven. Waarschijnlijk door dit getijdenverschil is het gebied voedselrijker dan de Waddenzee. Daar door is het schorrengebied voor trekvogels van groot belang, hetgeen blijkt uit het groot aan tal gevederde vrienden van diverse pluimage. Ook voor de broedvogels zijn de Pauiinaschor ren van groot belang en zullen in de toekomst van nog grotere waarde worden door het ver slikken van de zandplaat vóór de Mosselban ken. Natuurvrienden vrezen een gote aanslag op het reservaat als de aanleg van de Braak manhaven doorgang zou vinden (7). Intussen blijven de meeuwen zweven boven de Paulinapolder en schuiven grote schepen achter de zeedijk voorbij, van of naar zee. Bronnen: 1. Polderarcheif Het Vrije van Sluis, Paulinapolder, voorl. inv. nr. 1; 2. Rijksarchief Gent, Familiefonds, inv. nr. 1633; 3. Zie 1, voorl. inv. nr. 9; 4. Idem, nr. 36; 5. Idem, nr. 9; 6. Idem, nr. 51; 7. Provinciale Zeeuwse Courant, 30 jan. 1984. ze jaarklas van 600 miljoen baby-scholletjes, een stuk boven het gemiddelde van 400 miljoen. Ook voor de komende jaren zijn dus nog re delijk goede scholvangsten te maken. Al ma ken alle west-Europese visserij-biologen zich toch de nodige zorgen over de zware bevissing van de jonge leeftijdsgroepen schol. Dankzij de sterke broedjaren 1979 en 1981 zijn de laatste tijd vaak record-vangsten gemaakt. On langs heeft het bedrijfsleven zelf besloten tot een verhoging van de minimum-maat voor schol van 25 naar 27 centimeter. Deze maatre gel is een vorm van marktbescherming, die tot betere benutting van de beschikbare quota kan leiden, prijsbederf moet voorkomen en de jon ge platvis ook de kans moet geven naar een be tere consumptiemaat te groeien. Indirect kan dit ook fikse doordraai van schol voorkomen. 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1985 | | pagina 27