GIJZELAARS EN ROODPUNTEN Nog éénmaal willen wij terugkomen op gebeur tenissen uit de laatste wereldoorlog en wel naar aanleiding van de vliegtuigkaping in Beiroet. Kranten, radio en televisie brachten dag voor dag, haast uur voor uur, nieuws over de kaping en gegijzelden. Goed, de krant moet gevuld en het journaal en het nieuwsbulletin kunnen en mogen niet achter blijven. „Nieuws" is hun bestaansrecht en boterham. Maar nieuws blijft niet lang nieuws. Zeker niet wanneer de gijzeling met veel geluk voor de ge gijzelden is afgelopen. Ons trof, na de beëindiging van de gijzeling, het bericht dat gevreesd werd voor de psychische ge volgen voor de gegijzelden na dit hachelijke avon tuur. Daarom werd, na terugkeer in de familie- schoot, een uitgebreid medisch onderzoek inge last. Hierna stilte. Wat ons nog het meest opviel bij deze affaire was, dat geen enkel Nederlands medium een parallel trok naar de Nederlandse gijzelaars uit de oor log, die geen enkele opvang hebben gehad van staatswege. Waar misschien alleen de huisdok ter zijn bezorgdheid over de psychische en licha melijke gezondheid uitsprak. Denken wij bijvoorbeeld aan Haaren en St. Mi chielsgestel, waar honderden Nederlanders, zó van de straat opgepakt, maanden en jaren ver bleven en de wetenschap hadden dat zij bij het minste of geringste wat de bezetter niet aanstond, tegen de muur gezet zouden worden. Kennen wij eigenlijk wel het aantal hunner dat in de geweerlopen heeft gekeken? En hoe was de toestand van hen die deze dans ontsprongen? Want overheersend was de vraag: wanneer ik? Dan was er in die tijd nog een andere categorie, meest jonge mannen. Zij verbleven in het con centratiekamp te Vught tussen, maar toch weer apart van de andere gevangenen. Zij droegen de zelfde zebra-kleding en deden elk appèl mee. Daarna marcheerde dit kleine groepje af. Alle gevangenen in kamp Vught droegen op de linker borstzijde van hun jasje een gekleurde drie hoek, met daaronder hun nummer. Rode drie hoek: politiek gevangene; paarse driehoek: bij belvorser; zwarte driehoek: zwarthandelaar en/of crimineel. Het kleine groepje waar wij het over hebben had ook een rode kleur. Geen rode driehoek op de borst, doch een grote rode punt op hun rug. Som migen hadden er zelfs twee. Zij waren de terdoodveroordeelden waarover het vonnis om onverklaarbare redenen nog niet was voltrokken. Zij moesten op hun dood wachten die, de bezetter kennende, onafwendbaar op een zeker moment zou komen. Het is met geen pen te beschrijven wat deze jon gens hebben moeten doorleven. Af en toe wer den er een paar door de poort afgevoerd. Was het dan hun laatste reis of was het alleen maar voor een nader verhoor of confrontatie? Alleen als zij door de poort weer terugkwamen wisten zij dat er van een zekere levensverlenging sprake was. Maar niet iedereen kwam terug... Of er van deze „roodpunten" de dans ontspron gen zijn, is ons niet bekend. Toen wij uit het kamp ontslagen werden, waren er nog een aan tal aanwezig. Misschien nog twaalf. Mag bovenstaande aanleiding zijn om bij een vol gende gijzelingszaak die zeker komen zal ook nog eens aan deze slachtoffers van een bru te, criminele macht te denken. Zij hebben er, zo dachten wij, toch wel een beetje recht op. Al is het dan ook wel wat laat... Jokko de Zeeuw. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1985 | | pagina 3