Spoorzoeken ïaar middeleeuwse kreekresten )p de voormalige Zeeuwse eilanden Behalve de grotere zeearmen die destijds s ,,de Zeeuwse stromen" het beeld van :-eland in belangrijke mate hebben bepaald, ,gen er vroeger in deze provincie tevens nog n aantal kleinere stromen, die in de .olksmond kreken werden genoemd. De ieeste van deze kreken ontstonden door in- aken tijdens hoge vloeden, nog vóór het nd was bedijkt. Slechts een klein aantal er- an ontstond in een latere tijd als gevolg van ijkdoorbraken. In de loop der jaren is het erendeel van deze kreken weer verdwenen, etzij door natuurlijke verlanding, hetzij :oor ingrijpen van de mens. De Zeeuwse nomen daarentegen bleven bestaan. In onze ugd wisten we ze op school feilloos op te reunen, als meester ze met de stok aanwees, ent u ze nog: Brouwershavensegat, Greve- ingen, Krammer, Zijpe, Mastgat, Keeten, losselkreek, Krabbekreek, Eendracht, )osterschelde, Veersegat, Zandkreek, Sloe, Vesterschelde en Braakman. Na de stormramp van 1953 ontstonden rote veranderingen. Het merendeel van de eegaten werd afgesloten en, als de Ooster- ehelde - zij het in beperkte mate dat elfde lot heeft ondergaan, zal slechts de Westerschelde als enige echte Zeeuwse troom overblijven. Een aantal meren zal Jan het nieuwe gezicht van Zeeland bepalen. Ook binnendijks is er op de voormalige ■ilanden zo het een en ander veranderd. Ruil- •n herverkavelingen hebben in het bijzonder Walcheren, Schouwen-Duiveland en Tholen het polderlandschap vaak grondig gewijzigd, waardoor talloze oude kreekbed- lingen zijn verdwenen. Geven we onze ogen .chter goed de kost, dan blijkt dat er toch log een aantal restanten van middeleeuwse reken zijn overgebleven. Ze tekenen zich neestal af als drassige en kronkelende laag- en, waarvan er enkele waterhoudend zijn. ■en aantal ervan zijn op het gebied van flo- t en fauna nog zeer waardevol en waard om oor het nageslacht behouden te blijven. In 'at verband is een goed toezicht op deze aardevolle natuurgebieden van groot be ng. Uit een artikel in de PZC van 6 maart 984 blijkt eens te meer, dat vooral in de Zak an Zuid-Beveland nog regelmatig aanslagen worden gepleegd op het landschapsschoon. In dat verband worden duidelijke verwijten gericht op b. en w. van de gemeente Borsele. We zijn thans toe aan een nadere beschrij ving van de nog aanwezige kreekgebieden, waarbij de kreken die op Walcheren ontston den als gevolg van het bombardement van de zeewering in 1944, zomede de kreken die vooral op Schouwen ontstonden door de wa tersnoodramp in 1953, buiten beschouwing gelaten zullen worden. Een ter plaatse ingesteld onderzoek heeft uitgewezen dat tot op de dag van vandaag nog de volgende middeleeuwse kreekresten op de voormalige Zeeuwse eilanden aanwe zig zijn: Schouwen: het Kaaskenswater; Duiveland: het Dijkwater en de Zweene; St. Philipsland: de Luijsterkreek en de Bruintjeskreek; Tholen: de Pluimpot en het Stinkgat; Zuid-Beveland: het Schenge, Goesediep, het Sloe, het Zwake, de Wijtvliet en het Vinkenissegat; Noord-Beveland: de Wijtvliet. Kreekresten op Schouwen. Het Kaaskenswater. Het enige middeleeuwse kreekrestant dat op Schouwen overbleef, is het Kaaskenswa ter. We moeten het zoeken ten noorden van Zierikzee, achter het Rodekruisziekenhuis. Een merkwaardige naam, Kaaskenswater. De herkomst is niet duidelijk. Volgens een uitleg die in Zelandia Illustrata is weergege ven, zou het een verbastering zijn van het woord „Kerstnachtwater". Dit gegeven is ontleend aan de historieschrijver Cau, die in 1878 enige bijzonderheden publiceerde over de polder Schouwen. Daarin bericht hij on der meer over een vloed, die ontstaan zou zijn in de Kerstnacht van het jaar 1575. De bekende historica dr. M. K. E. Gottschalk heeft daar zo haar twijfels over. Een hoge vloed in de Kerstnacht van 1575 wordt in de bronnen nergens vermeld. Zij vindt de naamsverklaring dan ook hoogst twijfelach tig. Zodoende blijft de naam Kaaskenswa ter voorlopig nog in nevelen gehuld. Vermoedelijk is deze restkreek oorspron kelijk een zijtak geweest van de Gouwe. Deze stroom vormde vroeger de scheiding tussen Schouwen en Duiveland. Zou deze veron derstelling juist zijn, dan moet het Kaaskens water reeds hebben bestaan voordat ter plaatse een dijk langs de Gouwe gelegd werd. Bezien we de kaart van Chr. Sgrooten, die uit omstreeks 1574 dateert, dan blijkt dat toen vanuit de Gouwe een aantal kreken in overwegend noordwestelijke richting het Schouwse land binnenstroomde. Een er van liep even benoorden de oude stad Zierikzee in de richting van het dorp Kerkwerve. In de loop der jaren moet deze kreek zijn ver- land. Tijdens het beleg van Zierikzee door de Spanjaarden, dat duurde van 1574 tot 1576, schijnen burgers en schippers uit de be legerde stad de Schouwse dijk ter hoogte van het Kaaskenswater te hebben doorgestoken. Zodoende stroomde het water van de Gou we het land weer binnen, waardoor de oude verlande bedding opnieuw werd uitge- schuurd en verbreed. In juni van het jaar 1578 schijnt men er met veel moeite in te zijn Het Kaaskenswater anno 1984. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1986 | | pagina 15