Vergrijzing en slecht weer
spelen grote rol in
terugloop van hengellegioen
BOEKEN
Van 1 miljoen naar
700.000 „viskaarten":
Tekst: Cor van Heugten
Op het kantoor van de Organisatie Ver
betering Binnenvisserij wordt de komende
maanden met spanning gewacht op de ver
koop van de nieuwe sportvisakten, die (ge
lukkig) van 1 januari tot eind december 1986
lopen. De enorme teruggang in de verkopen
van visakten in het seizoen '84'85 van 1
miljoen naar 700.000 heeft tot nog toe geen
duidelijke verklaring. Het moet volgens een
woordvoerder van de O.V.B. een samenspel
van faktoren zijn.
Een recente NIPO-enquête heeft aange
toond, dat er sprake is van vergrijzing. De
jeugd van 16 jaar, die vroeger aan een boe-
renslootje met pa of zijn vriendjes zat te vis
sen, zit nu op een cross-motor, hangt in de
disco of studeert, dat de stukken er af vlie
gen. Ze hebben andere hobby's, sporten en
eigentijdse vormen van vrije-tijds-besteding.
Ook het slechte weer van de laatste zomers
heeft duidelijk een rol gespeeld. Naast de da
lende ekonomie, waarin de centjes bij pa en
de kinderen wat schaarser werden.
De invloed van „Kritisch Faunabeheer",
die de sportvisserij „domweg" als een vorm
van wrede dierenmishandeling voorstelt,
speelt beslist niet de rol in de teruggang, die
sommige dierenbeschermers suggereren. Er
wordt met cijfers gegoocheld: een teruggang
van 2 naar 1 miljoen sportvissers, die kant
noch wal raakt. Er is ook een groeiend aan
tal zwartvissers, dat de moeite niet neemt om
een visakte te kopen. Het gaat niet alleen om
werklozen
Wat dan wel?
Ook de Dibevo (organisatie van winkeliers
in dierenbenodigdheden en hengelsportarti
kelen) heeft over 1985 een omzetdaling van
20 procent in de kleinhandel en 25 procent
in de groothandel vastgesteld. Uit een per
soonlijke enquête bij bootverhuurbedrijven
in Zeeland, zijn het afgelopen seizoen dalin
gen van 30 tot bijna 50 procent gemeten.
Naast de ekonomische terugval (ook duur
aas) speelde hier vooral het slechte weer (veel
wind en regen) een rol. Er zijn sterk dalen
de aas-verkopen (zeepieren en zagers) in de
hengelsportzaken geweest.
Aan het binnenwater laat vooral de jeugd
het afweten, die de laatste jaren vele andere
hobby's heeft gekregen. Er is beslist vergrij
zing. Zowel Dibevo (goedkope jeugdhengel-
artikelen), als de O.V.B. richten zich in 1986
en 1987 meer op de jeugd. Ze willen opnieuw
aandacht voor de sportvisserij, als een goed
kope vorm van zinvolle openlucht-recreatie.
Of dat effekt heeft moet nog blijken.
Ook op de postkantoren in Nederland ko
men deze lente affiches om aandacht voor
de nieuwe sportvisakte van 11 gulden te vra
gen. Hiervan gaat7,60 naar de O.V.B. En
die O.V.B. wil ook verder studeren met de
Direktie Visserijen en de hengelsport
organisaties om nieuwe aantrekkelijke sport
vissen te introduceren. Er wordt aan uitzet
ting van zeeforel en andere zalmachtigen ge
dacht in de grote geschikte wateren, zoals
b.v. een Grevelingen of Veerse Meer.
Ook de oudere sportvissers, die er niets
meer voor voelen om met hun visbootjes te
sjouwen, kunnen dan hun techniek en gevoel
voor taktiek weer ten volle uitleven, met de
hengel in de hand (van de kant). De verkoop
van de nieuwe sportvisakten, die 1 januari
van start ging, gaat pas in mei en juni
lopen
REINAARD DE VOS,
tekeningen van Dolf de Rudder,
tekst berijmd door Bert Decorte.
158 x 242 mm, 300 blz. Oelebrandt,
Lokeren (België). Prijs zie onderaan.
Eer zijn soms boeken waarvan je de ken
nismaking met meer dan gewone belangstel
ling tegemoet ziet, zeker als je met de
„hoofdpersoon" te maken hebt gehad; er
wel eens nauw contact mee gehad hebt - zo
als in dit geval - met de mij na aan het hart
liggende REINAARD DE VOS. Aan de uit
nodiging om bij onze Belgische buren aan
wezig te zijn bij de formele presentatie had
ik, helaas, geen gevolg kunnen geven en de
uitgever was zo vriendelijk me een bespreek-
exemplaar te sturen.
Reeds de voor-aankondiging had de meer
dan gewone belangstelling gaande gemaakt:
143 full-page zwart/wit tekeningen en 300
bladzijden... maar, lieve mensen, dat is een
compleet stripverhaal! En dat is het ook.
Zoiets hebben we nog nooit eerder gezien.
Rien Poortvliet, de fameuze tekenaar
schilder, die dol is op vossen, zei me eens dat
hij de Vos Reinaard graag „in beeld" zou
willen uitgeven maar dat hij er, gezien de tel
kens weerkerende zelfde vos van had afge
zien. Maar deze opgave was de illustrator
Dolf de Rudder niet te zwaar. Hij maakte
alle (zwart/wit) tekeningen met een vaart en
fantasie die verblijdend is. Hij kan er wat
van en dat blijkt me eventjes. Ze komen er
allemaal in voor. Héél de populatie van het
toch niet zo dun bevolkte beestenepos, in alle
situaties die de tegenoverliggende tekst be
schrijft. Wat opvalt is, dat hij zweert bij een
witte cirkel op ieder zwart vlak. Denken we
maar dat het de blikvangers zijn die de aan
dacht richten op het belangrijkste van de
illustratie.
Je moet, uiteraard, een bijzondere aan
drang hebben om, na zoveel eeuwen en zó
veel her-dichtingen van de Reinaard in 1985
nog eens met de zoveelste uitgave op de
markt te komen.
Wat de beweegreden van de huidige be
rijmer, Bert Decorte, geweest is, wordt niet
duidelijk uit het boek. De hoop dat we hier
bij uitstek Vlaams te genieten zouden krij
gen gaat niet op. Decorte houdt zich aan het
Nederlands, hoewel zijn herkomst natuur
lijk om de hoek gluurt: (zijn lede buik, een
zuchtig dier, wat die taal bediedt, stilaan, ik
verbeet een hoen, zat in gepeins verdoken),
echt Vlaams is de berijming niet.
Een bijzonder leuke vondst is het om op
iedere bladzijde een fragment op te nemen
uit de originele Middelnederlandse tekst!
Soms maar een tweetal regels, vaker meer.
Tot wel een stuk of achttien toe. Ze staan
op een grijs fond aan de voet van iedere pa
gina, terwijl in de nieuwe tekst het oude ci
taat cursief wordt weergegeven.
Nog een bijzonder woord van lof voor de
ondernemende uitgever. Die ons aanreikt dit
„waardevolle kijk- en leesboek dat ook nog
origineel is en (dat) zeker zijn gegadigden zal
vinden", meent de inleider Anton Wilderode
terecht.
Hoe bestelt u een Belgisch boek? Gewoon
bij de Nederlandse boekhandel. De prijs be
draagt Bfr. 580.—.
Ksm.
31