Reinigingsbakken met een loog water.... waarin honderden bladen 'in bad' gaan. 6 Ja. Erg veel zelfs. Hij kan nog honderdvijftig jaar vooruit en hij heeft geen assistent. Laat staan een opvolger. Het object gaat geheel uit elkaar. Hele maal! (Je staat ervan te kijken welk een dik ke koorden er voor het binden in de rug ver werkt zijn!). Bladzijde na bladzijde wordt minitieus be keken op wat er aan mankeert. Voor- en ach terzijde. Alles wordt zorgvuldig in volgor de genoteerd. Zo ontstaat, bladzijden ach tereen een werkprogramma. Nu waren ze, om iets te noemen, in de 17e eeuw niet bar accuraat met pagineren. Er kunnen best twee pagina's 154 voorkomen, terwijl 145 ontbreekt. Het ontgaat het oog van de restaurator niet. Het wordt genoteerd. Hier is een bladzijde aan drie randen door brand verkoold. Tot circa een centimeter diep. Omdat het ons veel te ver zou voeren om alle werkzaamheden van de restaurator te volgen, beperken we ons tot dit ene boek, dit ene blad. Er mankeert nogal wat aan. Zeg maar: van alles. Midden in het blad is de tekst niet alleen onleesbaar, hij is totaal weggevallen omdat er een flink gat in de pagina zit. Ook zijn er legio roestvlekken. En hier is een verkleu ring; wellicht heeft een lezer er destijds wijn op gemorst. Blad na blad zal worden schoongemaakt. 'Hoe reinigt u nu zo'n blad?' Droogreiniging. Ieder blad wordt droog afgedaan met een zachte borstel terwijl het op een rooster ligt waaronder een stofzuiger zoemt. Maar hij heeft ook oplosmiddelen tot zijn beschikking. Een voordeel is dat het papier, anders dan in water, niet nat wordt, zodat ook de papiervezels niet zwellen. Deze oplos sers zijn veelal giftig. Als je er mee werkt is het uitkijken geblazen; de behandeling ge beurt in een zuurkast (met afzuigkap). Natreiniging. In het atelier staan, op werkhoogte, een stuk of acht bakken, samen zo groot als een stel biljarttafels. Het zijn reinigingsbakken met een laag water waarin honderden bla den urenlang 'in bad' gaan. In 'de week liggen'. 'Kan papier dat hebben?' Dat kan het inderdaad hebben. Het geldt voor alle papiersoorten, behalve voor kunstdrukpapier. Een voordeel is - nu keren we de zaak om - dat het papier, anders dan bij gebruik van een oplosmiddel, wél nat wordt. Het neemt water op. Het wordt doorweekt. De vezels waaruit papier bestaat gaan zwellen. Nu worden de minuscule holtetjes tussen de vezels met water verzadigd. En er komen meer holtetjes in de vezels omdat de fijnste papiervezeltjes uiteen gedreven worden. Het

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1986 | | pagina 6