Ook zegels lijden onder de tijd. Het relief
wordt vuil, er komt een breuk in, ze verkrui
melen om te verdwijnen. Om dat tijdig te
voorkomen worden ze toevertrouwd aan de
restaurateur. Het (voorzichtig) schoonmaken
van een zegel is vaak al onthullend.
Maar dat is nog geen restauratie.
Is een zegel werkelijk kapot, dan wordt
het uiterst zorgvuldig 'opgebouwd' met war
me was tot aanvulling van het ontbrekende.
De nieuwe was heeft een kleurafwijking met
het origineel. Je kunt (weer) zien dat het ge
restaureerd is.
Is een zegel in stukken gebroken dan kan
het je houdt het niet voor mogelijk, maar
het is waar! weer aan elkaar gezet wor
den met koperen pennetjes. Hele kleine frag
mentjes kunnen opgenomen worden in een
bedje van was.
Over zegels valt een boekje te schrijven.
We moeten met deze summiere aanduidin
gen volstaan. Maar, het is niet te geloven.
Ons familie-erfstuk, een Statenbijbel uit
1666, is door een gewone boekbinder op
nieuw gebonden.
De man was géén restaurateur.
Niet meer achterhaalbare handtekeningen
van het voorgeslacht die op het schutblad
stonden, zijn, mét dat schutblad voor eeu
wig verdwenen. De kanten zijn driezijdig
glad en gaaf afgesneden: de man had er geen
kijk op. Hij moge een goede boekbinder ge
weest zijn, maar van boek-restauratie had hij
geen kruimeltje kaas gegeten.
Zonde en jammer.
Pas echt jammer kan ik het nu vinden, nu
ik in de Zeeuwse Bibliotheek gezien heb hoe
verbluffend prachtig restauratie kan zijn.
Wat een vakmanschap.
'Wat gebeurt er nu met zo'n boek als u
er helemaal mee klaar bent en u het uit han
den kunt geven?'
'O, dan gaat het in de kluis'.
'En wie ziet het dan nog?'
'Niemand. Er is nooit iemand die er naar
om kijkt. Ja, misschien als er over vijftig jaar
of zo eens iemand is die het wil raadplegen.
Maar dat kan natuurlijk ook wel korter of
langer duren. Of misschien helemaal niet.
o
We zitten nu, na de uitleg, samen een kop
je koffie te drinken.
Zou het niet mogelijk zijn, denk ik zo stil
voor me uit, om van het werk van de restau
rateur (naast hetgeen men kon zien tijdens
de openingsperiode van het nieuwe gebouw)
eens een expositie in te richten in de
Bibliotheek?
Zodat 'het publiek' dat kan zien.
Na de koffie zegt de heer Mes: 'Kom, ik
moet snel naar beneden waar m'n kinder
tjes in bad liggen.
Wat een liefde voor het vak.
Wat een kunstenaar.
Wat een wonderen.
Met alle respect!
En als u met zo'n boek helemaal klaar bent, wat gebeurt er dan mee?
Dan gaat het in de kluis.
Handstempel en bladgoud voor een gerestaureerde stempel-'band