naar Holland. Een gekombineerde Hollands-
Franse vloot zeilde vervolgens vanuit Schie
dam, waar de vloten zich bijeen hadden ge
voegd, naar het aan de Gouwe gelegen Zie-
rikzee, welke stad in de strijd om Zeeland
de zijde van Holland had gekozen.
Dat die keuze de Vlamingen niet lekker
zat, is duidelijk. De zuiderburen probeerden
Zierikzee dan ook in te nemen. In 1303 was
een dergelijke poging jammerlijk mislukt.
Ondanks een grote overmacht van de Vla
mingen werden zij teruggeslagen. De inwo
ners van Zierikzee presteerden het zelfs een
uitval te doen en de Vlaamse belegeraars op
de vlucht te jagen. Een tweede beleg had
evenmin succes.
Driemaal is scheepsrecht moeten de
Vlaamse edelen hebben gedacht en togen
welgemoed noordwaarts, in de zomer van
1304. Na enkele vergeefse pogingen de stad
in te nemen besloten de Vlamingen Zierik
zee uit te hongeren. De nood werd hoog en
in het geheim werd een bode naar Holland
gezonden met het verzoek te hulp te komen,
met als resultaat het zenden van een gekom
bineerde Hollands-Frans eskader schepen.
Gehinderd door windstilte kon de vloot maar
zeer langzaam de Gouwe opvaren om in het
ondiepe water slag te leveren tegen een
Vlaamse overmacht.
Op Sint Laurensdag (10 augustus) ont
brandde de strijd. Door Vlamingen in de
strijd gebrachte branders kwamen door
draaiing van de wind in hun eigen vloot te
recht en richtten daar grote schade aan; de
eerste winst was voor Holland. Na een dag
en een nacht strijd die met spanning door
de Zierikzeese bevolking vanaf de wal werd
gevolgd bleek de geallieerde Hollandse-
Franse vloot als overwinnaar uit de bus te
zijn gekomen. Het totaal aantal in paniek
aan land gevluchte en gevangen genomen
Vlamingen bedroeg niet minder dan ca.
5.000 man.
Op vrijdagavond 27 juni a.s. zal de zeeslag
bij Zierikzee als spiegelgevecht worden na
gespeeld door de in de havens van Zierikzee
verzamelde klassieke schepen en hun beman
ningen, geassisteerd door een honderdtal fi
guranten aan de wal. Tegen de achtergrond
van de historische gebouwen van Zierikzee
met zijn karakteristieke havenfront en de
Noordhavenpoort belooft het een spektaku-
lair schouwspel te worden. Evenals 682 jaar
geleden zullen ook nu weer velen vanaf de
kant de zeeslag gadeslaan.
De zeeslag van 1304 bij Zierikzee was niet
de eerste en evenmin de laatste strijd ter zee,
die er in de Lage Landen is gevoerd. Sinds
onheugelijke tijden is er oorlog gevoerd, ook
ter zee. Werd er aanvankelijk strijd geleverd
van schip tegen schip, allengs veranderde de
taktiek en werd er in slagordes gestreden. In
de klassieke oudheid trachtte men elkanders
schepen lek te rammen. Het is uit dit oog
punt dan ook verklaarbaar, dat in die tijd
oorlogsschepen in slagorde naast elkaar voe
ren, de boegen met de ram naar de vijande
lijke vloot gericht.
Met de intrede van scheepsgeschut veran
derde de taktiek van het zeegevecht. In de
tweede helft van de 17e eeuw voeren oorlogs
vloten in kiellinie achter elkaar), waarin
de schepen van een eskader een zelfstan
dig opererend onderdeel van de vloot) hun
gezamenlijke vuurkracht beter tot gelding
konden brengen zonder in eikaars schoots
veld te komen of elkaar de wind uit de zei
len te nemen. In de Vierdaagse Zeeslag (ju
ni 1666), een zeegevecht tussen de Hollands-
Zeeuwse en de Engelse vloot, werd het leve
ren van een artillerieduel in kiellinie voor het
eerst toegepast.
Het spreekt vanzelf, dat het varen in kiel
linie discipline, kunde en geoefendheid verg
de van de scheepsbemanningen. In vredestijd
werd het in kiellinie varen van de eskaders
onder leiding van admiraals dan ook tot in
den treure geoefend: het „Admiraalzeilen".
Eigenlijk gaat het admiraalzeilen zelfs ver
der in de historie terug. Reeds in de 15e eeuw
voeren koopvaardijschepen veelal gezamen
lijk uit en bleven dicht bijeen in wat men
later „konvooien" zou gaan noemen tot
grotere wederzijdse bescherming tegen vij
andelijke aanvallen. Immers, eendracht
maakt macht! Zulk een konvooi stond on
der leiding van één of meer admiraals. Het
zeilen in zulk een verband is als een voorlo
per van het admiraalzeilen te beschouwen.
11