School in de lSe eeuw. Aan dc muur o.a. de fraaie exempelen van de meester. Ver der herkennen \we het ezelsbord, het schandbord, de plak, de jroe en de zandloper. Op de voorgrond ligt een schrijfladeke. Het duifje (van lappen) werd een kwaad willige leerling toegeworpen, die j/iet de meester, in ruil voor een tik met de plak moest terugbrengen. Uit noodzaak een bijbaantje. Waarom was het salaris van een school meester zo laag, dat hij er een bijbaantje op na moest houden? Schoolgaande kinderen betaalden schoolgeld. Dat schoolgeld pro beerde men zo laag mogelijk te houden. Hoe lager het bedrag, hoe meer kinderen de school konden bezoeken. Dat schoolgeld was in het begin meestal vier stuivers per maand. Later maakte men onderscheid tussen kin deren die leerden spellen, lezen, schrijven of rekenen. Het schoolgeld voor rekenen was het hoogst. Laten we eens teruggaan naar school meester Pompoene in Renesse. Welke bedra gen mocht hij in 1742 van zijn leerlingen vra gen? Meester Pompoene ontving elke maand van de 'spellers' vier en van de 'lezers' zes stuivers. Van de 'schrijvers' mocht hij acht stuivers vragen. Leren rekenen was voor de elite onder de leerlingen. Alleen die ouders die hun kinderen 'zoo hoog geleerd wilden hebben' lieten ze meedoen aan rekenen. Van deze 'cijferaars' mocht meester Pompoene zelfs twaalf stuivers eisen. Maar vooral op het platteland waren er veel die het nut van rekenen niet inzagen. Bovendien waren de stuivers duur. En heel belangrijk: er was nog geen leerplicht. De ouders hielden heel vaak hun kinderen thuis. Soms om schoolgeld uit te sparen, maar meestal omdat ze thuis no dig waren. Grotere kinderen hielpen al mee op het land. Het schoolverzuim was groot. Vooral in de oogsttijd. Op het platteland was het schoolbezoek in de zomer dan ook ge ring. Schoolverzuim was voor de ouders wel, maar voor de schoolmeester niet erg voor delig. Want voor de meester betekende geen schoolbezoek geen schoolgeld, dus geen in komsten. Hoe dan ook, de omvang van het schoolgeld was onvoldoende om van te bestaan. Vandaar dat een schoolmeester er een baantje bij moest doen. Vanwege de nauwe band tussen kerk en onderwijs lag een ker kelijke nevenfunctie voor de hand. Zo ook in het geval van meester Pompoene in Re- nesse die tevens koster was. Zoals we zullen zien eiste de kerkeraad heel wat van zijn 'dienaar'. Werkzaamheden als koster. Het reglement van de kerkeraad bepaal de dat meester Pompoene het volgende moest doen: driemaal vóór elke godsdienstoefening de klok luiden; een uur, een half uur en bij het begin van de kerkdienst; voor de catechisaties eenmaal luiden, 's Winters waren er avonddiensten en dan moest hij, behalve luiden, ook de kaarsen aansteken. De eindjes, die niet lang genoeg waren om de hele dient te bran den,mocht hij houden! (een van de zoge naamde 'voordelen' van het kosterambt!) vóór het laatste luiden de dominee aan zijn huis gaan vragen of hij het laatste sein mocht geven of nog moest wachten tot zijn eerwaarde zich helemaal bereid en in staat voelde om de dienst te gaan leiden; 's Zaterdags vragen waar de dominee het eerst zou preken: te Renesse of in Noordwelle; vragen of er catechisatie zou worden gegeven; na het laatste luiden voor de kerkdienst (nog hijgende van het klokketouw trekken) een kapittel uit Gods Woord lezen en een psalm met de gemeente zingen. Mocht de predikant, ondanks de informatie bij hem thuis dan toch nog niet op de preekstoel gearriveerd zijn, nog meer psalmen inzetten; bij verhindering van de geestelijke, aan diens huis, orders gaan ontvangen in ver band met waarneming van de dienst. Ver volgens een naburig predikant verzoeken de dienst over te nemen; op bevel van de predikant de kerkeraadsle- den bijeenroepen voor een vergadering; op de kerkeraadsvergaderingen aanwezig zijn om de bevelen van de kerkeraad uit te voeren; voor het kerkelijk avondmaal bij de do minee orders in ontvangst nemen wat betreft het bezorgen van brood en wijn; het tafelgerei, bekers, schotels en linnen goed vóór iedere avondmaal reinigen, het brood snijden en na de dienst alles weer opbergen; minstens éénmaal per maand de kerk rei nigen en vegen, de preekstoel, de stoelen van de ambachtsheren, de gemeenteraadsleden en de kerkeraad een extra beurt geven. (De stoelen van de overige kerkgangers behoef den klaarblijkelijk geen onderhoud!); voor Pinksteren'het koperwerk (de kroon luchters) poetsen; na elke doop het doopbekken reinigen. Wanneer meester Pompoene dit alles naar tevredenheid van de kerkeraad had gedaan, ontving hij op het eind van het jaar een trak tement van dertien schellingen en zes groten. Of te wel viergulden en vijf centen! De kerkeraad droeg echter ook bij aan zijn salaris als onderwijzer, waarover straks meer. Werkzaamheden als schoolmeester. Als schoolmeester moest hij: van begin oktober tot eind maart school houden van half negen tot half twaalf en van één uur tot half vier. 's Zaterdags geen school; 's Woensdagsmiddags catechisatie; de meester mag geen 'huiselijk werk' tij dens de schooluren verrichten (geen erwten- 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1986 | | pagina 20