112
Menig ezel ongeschoren
Menig ongelikte beer
Smakt zich dikwijls plomp yerloren
In een' ruimen wagen neër
En de ylegel—Yrienden hoort!
Kruide wel en rustig yoort.
Menig 't school te yroeg ontloopen
Gruwelijk geleerd en «ijs
Stout den wagen ingeslopen
Wint ten loon den eersten prijs
En de zotskap trots den blaam
Schrijft zich M.r yoor zijn' naam.
Menig teërgeliefkoosd zoontje
Maar de grootste schapenkop
Kruide er yoor een matig loontje
't Kussen of den kansel op.
't Was de schuld niet yan de ziel
Yaders spaarpot smeerde 't wiel.
Menig held raak half yolwassen
Yriendenals een lam zoo zacht,
Ging zich in 's lands dienst yerpassen
Kruide er mee voor halve vracht
En de windbuildus gekruid
Lacht den braafsten krijgsman uit.