135 En hakkam, door des bekirs taal Yerbaasd, ontzet, verward Ziet angstig rond bij 't vreemd gevoel Yan wroeging in zijn hart. Hij vlugt en ijlt ter hofpoort lieèn En schuwt de ontnomen erf En Xalif, dit behoort U niet Herhaalt hij duizendwerf. 't Geweien door der waarheid kracht Hoe diep het sliep gewekt Had hakkam's misdrijf aan zich zelv' In 't zwartste licht ontdekt. Maar vóór nog de avond was gedaald Legt hij zich kalm Ier neer; Want Zehra's weduw heeft haar erf Nog vóór dien avond weer Met lustprieel, zoo rijk van bouw, Als kostbaar tuinsieraad En hakkam sloot, te zelfder stond, Opd eens zoo driest geroofden grond Met Regter be kir 't schoonst verbond, Dat tijd en dood weerstaat. Dordrecht. j. schreuders >-9-<

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 169