ïf^enzen Oranje leer'! de wijn ontspringt, En vloeit met onze toonen I Oranje leev'de borst ontvlamm' Van Bato's (rou we zoonen Voor JVassau rijst de beker op En moet de zanglust gloeien Ja, strijdt en juicht voor 't vaderland t Moog eeuwig, in gewenschten stand In schut van Nassau bloeien Het Castiljaansche wolvenras Is voor onz' arm gevloden Haast zullen we AnvA's hongrig hart Op heeter feestmaal nooden." Han vlucht hij met het bloed bevlekt Van zijn gevloekte honden; Maar eeuwig blijft liet vaderland Maar eeuwig blijft der Geuzen hand Jian Nassau's stam verbonden.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 180