153 En velde 't jagtroer soms een liaas of vogel neer Dra deed zijn scherpe reuk hem't weerloos offer vinden Dat hij zich nooit bestond te scheuren of verslinden; Maar bragthet.net gevlijd,bij zijnen norschenHeer. In weerwil nu van al die gaven, Was hij de ellendigste der slaven Aan honger en aan koude en moedwil blootgesteld Eu daarenboven vaak mishandeld en geslagen. Maar,wat liem 't meeste nog in zijnen rampspoed kwelt Is de aaangebeden Aap, diebij den reeks der plagen Die onverdiend hem treft Zich schimpend boven hem verheft Eudoor 't geluk verblind in ernst tracht diets te maken Dat slechts een Aap verdient des levens zoet te smaken. Gelijk in 't dierenrijk is naar verdiensteop aard Der menschen heil of ramp niet altijd afgemeten: Ook wij zien menigwerfdat trots met list gepaard t Yermogendst middel isom gnroot en goed te heeten Zierikzee. J. BERM AS

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 187