167 in den mond van den edelen scipio le onregt voor den Raad gedagvaard en beschuldigd schoon als hij met eene edele fierheid zegthet betaamt U nietde vierschaar te spannen over scipio door vvien gij de magt verkregen hebtom gerigte te houden over »gehcele volken.» Geen wonder daarom ook dat de Romeinen hem na zijne verdediging cencn krans op het hoofd zelte- den met hem juichend het Capitolium verlieten, en het offer bijwoonden. Zoo ook beschaamde eens apelles de beroemdste schilder der oudheid den ondank van alexasdrr np.iv grootex deed hem diep en scherp zijne weinige kunde gevoelenen gaf zich zeiven daar bij eene zoo fijne lofspraak ,als men ergens kan vinden. Alexander namelijk had van apelles zijne beeld- tenis voorstellende te zitten op een paard ten ge schenke ontvangen en alexaitder welligt naijverig op den verworven roem des schilders vond goed in de teekening van het paard gebreken op te merken ten einde aan dat geschenk alzoo eene mindere waarde in v het oog des schilders te doen hechten. Toevallig leidde men een paard langs de plaats der kunstbeschouwing. Zoodra het dier het schilderstuk inliet oog vielhinnikte het, als ware het levend. Toen wendde apeli.es zich tot den Koningen zeide alexasder dat paard schijnt sen beter kenner van schilderstukken te zijn dan Gij Eindelijk het is niet zelden nuttig zich wlven le

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 203