168 prijzen leu einde verwatene pogcliers te vernederen en te beschamen immers indien men zelf gebillijkte aanspraak heelt op roem en eer en deze ons onver diend geweigerd worden, Zoo klinkt liet even daar om geenszins onbetamelijk of verwaten, als wij agesilaus, opzigtens den Koning van Persie dien vlcijcrs en gunst- bejagers den Grootcn wilden genoemd hebbenopdat daardoor de verdiensten en deugden van anderen in de schaduw zouden gesteld of vergeten worden hooren vragen Hoe kan hij grooter zijn dan ik, indien hij niet tevens beter en regtvaardiger is dan ik De slotsom van hel gezegde te zamentrekkende blijkt daaruitdat eigen lof geoorloofd iswanneer de drang der omstandigheden waarin wij verkeeren of gebragt worden ons daartoe leidtwanneer dezelve anderen kan nuttig zijn en het beoogde nut daartoe een nood zakelijk middel is; of, wanneer er, over het algemeen, geldige redenen bestaan ,om vrijmoedig en onweèrhou- den de waarheid omtrent zich zei ven te zeggen en zijne edele daden en bedrijven voor anderen bloot te leggen. Ons blijlt alzoo overig kortelijk te onderzoeken, op tvelke eene wijze men zich zeiven moet prijzen ten einde niet tegen de wet der nederigheid of menschenliefde zondigenen geen' aanstoot te geven aan derden. En ook hier laat onze beroemde voorlichter rir- ta kcius ons niet verlegen. De aannemelijkste wijzezegt hij is deze; dat men

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 204