Praalt Neérlands heuyelrijke streek
Met vloeijend stroomkristal
Boogt Gelderland op yliet en beek
En sclioonen waterval
Van witte duinen door den gloed
Der gouden zon beglansd,
Zien wij lioe op den blaauwen yloed
De lichtstraal speelt en danst.
Geen boekweit siert der Zeeuwen erf,
Schoon ze elders de oogen vleit
Door 't leyend witmet rozenyerf
Bekoorlijk oyerspreid.
Maar Zeelands kleigrond yoedt een plant
Wier schoon wier heilzaam rood
Voor eeuwen reeds aan 't yaderland
Een tak yan welyaart bood.
Nog bloeit die tak schoon kwijnend voort
De Meekrap hier zoo schoon
Spreidt nog in 't afgelegenst ooi-d
Haar kleur vol zwier ten toon.
Was de achtbre Zeeuw yan ouds vermaard
Door trouw en moed en deugd
Die zielenadelnooit ontaard
Siert grijsheid nog en jeugd.