Praalt Neérlands heuyelrijke streek Met vloeijend stroomkristal Boogt Gelderland op yliet en beek En sclioonen waterval Van witte duinen door den gloed Der gouden zon beglansd, Zien wij lioe op den blaauwen yloed De lichtstraal speelt en danst. Geen boekweit siert der Zeeuwen erf, Schoon ze elders de oogen vleit Door 't leyend witmet rozenyerf Bekoorlijk oyerspreid. Maar Zeelands kleigrond yoedt een plant Wier schoon wier heilzaam rood Voor eeuwen reeds aan 't yaderland Een tak yan welyaart bood. Nog bloeit die tak schoon kwijnend voort De Meekrap hier zoo schoon Spreidt nog in 't afgelegenst ooi-d Haar kleur vol zwier ten toon. Was de achtbre Zeeuw yan ouds vermaard Door trouw en moed en deugd Die zielenadelnooit ontaard Siert grijsheid nog en jeugd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1836 | | pagina 80