35
daardoor op liel drooge gezet hadden zouden daaren
tegen den armen oude ran hunne eigene lompheid nog
rvel de schuld hebben willen geren! Niet,dat ik daar
mede zeggen wildat wij die voor den almanak iets
schreven iuekebouts zouden zijn eindelijk aan het
postje van lantaarnopsteker geraaktik heb er alleen
mede willen te kennen geven dat wij met ons almanak
geschrijf weinig eer en weinig voordeel behalen zullen,
en dat het al heel wel zal zijn indien wij met ge
noemden braven manzullen mogen denken dat wij
misschien dezen of genen eene gewensclite inlichting
hebben gegeven.
Ik zal ook de eer hebbenom voor de eerste maal in
eene almanaklantaarn een lichtje te plaatsen. Mijne
lamp is die der Oudheidkunde de olie en de pitten
zijn herkomstig uit de groote fabriek der Geschiedenis.
Ik zeg dit voorafomdat ik niet gaarne alleen de
schuld zou dragen van de zwakheid des schijnsels
daar de oude lamp wat lek en de olie wat dik en vuil
is, waarvan ieder, die beide onderzoeken wil, zich
4? kan overtuigen.
Doch ter zake.
2.
Ieder oord heeft zijne bijzonderheden. Zij vallen
den vreemdeling dadelijk in het oog en hij verlangt
opheldering. De Zeeuw, die naar Haarlem gaat, om
den uitvinder der Boekdrukkunst zijn compliment te