47 laat zich ligt begrijpen. Sedert hekcui.es ia Grieken land den échelonsCephisus en andere stroomen door dijken binnen hunne bedding gedwongen, en daardoor de landen droog gemaakt hadwas hij bij Grieken en Romeinen de patroon der dijkwerkers geworden. De overlevering zeide dat n ercui.es in alle lauden was doorgedrongen. Tonden zij nu ergens een hooger Wezen vereerd, waaraan men soortgelijken hercules arbeid toeschreef, zoo gaven zij aan hetzelve zijnen naam met eenig onderscheidingswoord er bij. Maar hercules was in sommige opzigtcn ook de Bestuurder van den zon- neloop en zijne 12 werken stelden de teekenen van den dierenriem voor. Yereenigen we nu dit een en anderdan wordt de Zeeuivsclie hercules de Ger- maansche irjiev de Zonnegod die door zijne koeste rende stralen den vochtigen bodem droog maakte tijd en gelegenheid tot het bedijken verschafte voorts alles tot rijpheid bragten dus veiligheid en genot beide vei'schafte. Waarlijk, naast thor en siekd verdiende hij hier eene plaats en zij werd hem ook door het voorgeslacht gegeven. Wijlen de heer gargos heeft kunnen goedvinden eene beeldtenis van hem in de wereld te zenden met een garnaal aan de voeten en een walvisch in de hand. Wij wenschten, dat de eerwaardige man deze gekheid had achter gehouden. Door zijn gezag misleid, hebben nu andere mannen van naam nagebeuzelddat er zoo-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 125