51 verschillende geloofswijzigingen begraven, in zee ge worpen of verbrand. Het verbranden geschiedde weder of op brandstapels en alsdan werd de asch in aarden kruiken verzameld en met de wapenen en andere voor werpen den gestorvenen toebehoord hebbende onder aardheuvelen verborgen; of de lijkvlatn werd in zee in eene boot ontstoken en het overschot alsdan door de golven verzwolgen. Daar hier nu volstrekt geene grafheuvels zijn, moet het voorgeslacht de lijken, of in zee geworpen of in booten verbrand hebben. Het laatste wordt door het lijkstroo en de verbranding van hetzelve waarschijnlijk gemaakt. Bij de invoering en algeinee nwordi tig van liet Christendom werden trouwens die lleidensche wijzen van gestorvenen te behandelen afgeschaften eene vrij zware geldboete op dezelve gezet. Het volk bespaarde zijn geld begroef de dooden, maar behield van de voorvaderlijke lijkplegtigheden zoo veel slechts mogelijk was. Yan daar nog de avond begrafenissen met lantaarnen of flambouwen, de lijk- maaltijden met derzelver onwelvoegelijkhedenen ook het doodenstroo voor de sterfhuizen dat na de begra fenis in brand wordt gestoken. Het herinnert van zelve aan de onderste lagen der brandstapels, die verder uit houtderrie enz. waren zamcngesteld. Het verbran den van hetzelve werd door latere policiewctten zclls geboden het te werpen op straten mestlioopen in slooten of grachten was strafbaar. Men moge dit als

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 132