Waar, bij gewijde wierookwalmen, Ontstoken op het kunstaltaar De luide feestakkoorden galmen Van Pliebus achtbre priesterschaar: Daar voegen ook de jubeltoonen Ter eere van het Vaderland Waar vrijheid vrede en orde wonen, Gesnoerd door d' eigen rozenband. Stort uit dan voor den grond der vaadren Wier bloed nog rein ons vloeit door de aadren, Den 't volle hart ontstroomden wensch Zoo klinkt 's Lands naam in aller ooren Zoo blinktnog schoonerdan te voren s Lands roem tot s werelds versten grens Zoo mogen 't vriend en vijand weten Dat Neërland wars van slaafsche keten Door d' eedlen eendragtsgeest bezield Waar list en heerschzucht zamenspanden Steeds siddrend voor gewetensbanden Voor deugd en vrijheid heeft geknield: Zoo klink het rond wat heldenloten Uit Nassau's aclitbren tronk gesproten

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 155