m
on-stxrbuufcrtKt).
Hoe wat vreemd ontijdig duister
Wat toch doet den zonneluister
Kwijnen aan den middagtrans
'k Zie reeds d'avondslnijer dalen,
En voor Febus gouden stralen
Prijkt in 't westen Venus glans!
Zou de lentedag het wagen
Zelfs den Tijd vooruit te jagen
Die hem niet meer volgen kan
Of is Phaeton verrezen
Om op nieuw de gids te wezen
Van des Vaders zonnespan 3
Zijn 't weêr die ontemb're rossen,
Die met kar en voerman hossen P
Is hij toom en teugel kwijt
Zal hij de aard' op nieuw verbranden
Of waar zoekt hij aan te landen
Nu met heel Natuur in strijd?