Zij staathoe woedend ook bestormd Zou ooit een heir die vest verwinnen Waar Yrijheid maagden tot heldinnen En knapen tot Spartanen vormt Maar U die thansin hooger kringen Het loon der zuiv're deugd geniet 0 bkekmas! uwer waard' te zingen, Zij and'rer taak in beter lied Uw roem door moed en trouw verkregen Blijve als uw fiere heldendegen Yoor 't laatste nageslacht bewaard Elk burger voelt zijn moed ontbranden En Zweert op nieuw aan dwingelanden Den dood bij d' aanblik van dat zwaard En Gij die eens in later dagen Toen muitzucht wet en teugel brak Toen zeaangegord tot moord en plagen Haar toortsen aan de Hel ontstak Gerust in 't edelst pligtbetrachten Haar dolle woede dorst verachten Hoe fel bedreigd met staal en vuur Al zijn en poort en vest gevallen Mijn Yaderstad behoeft geen wallen: Uw moed is haar ten kop'ren muur

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 162