86
God sclienke U, dierb're stad! Zijn hoede,
In schaauw van Trede en stille rust
Tot eens de tijd, zijn loopbaan moede,
Der dagen gouden fakkel bluscht
Als dan haar laatste straal zal blinken
Dan zult ook Gij in puin verzinken,
Maar vrij tot aan den jongsten stond
Ja blijf tot aan den dag der dagen
Mijn bakermat! die glorie dragen,
En zink slechts met het wereldrond
Zela
Julij J8S5. b. rn. de iustek.
en
moe
doet
spre
dit
besl
is,
ofg
Als
dan
terr