88
V.
Stil vriendgij neemt dat zoo hoog op. Mij dacht
dat ik mijne meening zeer beleefd uitdrukteen dat ik
daarin geheel handelde volgens de definitiewelke een
groot menschenkenner eigens van de beleefdheid geeft,
als hij zegt: dat het wezen der beleefdheid gelegen is in
het oplettend trachten, om, door woorden en gedra-
gingen te makendat anderen over onsen over zich
zelven te vreden zijn. Dit mag men overtollige
beleefdheid noemen doch dan moet de meest gewone
pligtpleging zelfs achtergelaten worden. Ik stak daarom
de waarheid in een bevallig kleedje zoo ik meende
en vroeg beleefd belet voor haar, heigeen den menschen
doorgaans beter bevaltdan wanneer zij ongekleed en
onverhoeds met de deur in 't huis valtzoo als men
zegt. Doch zulke beleefdheid schijnt u en uwen land-
genooten niet te behagen. Dit versteekt ulieden intus-
schen van een groot amusement der conversatie en
daar gij in Zeeland nog al een en ander mistzou ik
hierop veel prijs stellen. Dit geeft leven aan het dis
courshetwelk anders geesteloos, bijtend of ernstig
wordthet ismijns bedunkenseen antidotum tegen do
benevelde koortsluchtwelke hier de leden koud en
den geest stroef zou maken.
De la brutere caractères. I. 280.