90 »mensch uitwendig zich vertoontgelijk hij innerlijk J2EJ100RT gesteld te zijn.Opregtheid is immers 'eene goede gesteldheid? Vader cats zong daarom: Ons hert en onse tongh behoorden eens te wesen En dat wordt in den menseh op heden nogh gepresen Hani als de tonge spreekt, en 'l hert ijet anders denckt, t, Soo wort er in 'l gemeijn een ander door gekrenckt.(-{•) Ik begrijp dus niethoe de conversatie bij uwe be leefdheid iets winnen kan. Beklaag mij daarom niet als ik hiervan liefst verstoken ben. Zout is in de con versatie op den duur beter dan honig. Als wij dus niet meer missendan die aardigheden, zullen wij het even min betreurenals de restwaarvoor gij ons vergoeding geven wilt. Wij gevoelen hier zeer weinig te missen omdat wij het goede zoeken en waarderenhetwelk voor handen isen ons minder bekommeren over hetgeen wij niet hebben en te vergeefs zouden wenschen. Dat wij hierin niet te beklagen zijn, leert mij mijn gezond verstanddoor onze zeelucht minder beneveld, dan dat welligt elders door den wind des vasten lands wordt aan het draaijen gebragt. Eu wat die koortsachtigheid be- treftdaartegen hebben wij andere behoedmiddelen. In contrast met het variabel weêr en wind, zijn wij in onze kleeding zeer constant. Indien men het te voren T- a P- (-)-) Cats, Ouderdom en Buitenleven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 168