105 oude gebleven is en het verkeerde nieuwe geen opgang heeft gemaaktbetreuren wij niet. Maar men beschouwt dezen karaktertrek der Zeeuwen wel meer uit een ver keerd oogpunten ik raad u daarom eens te lezen de tweede bijlage van het werk der heeren j. df. raster en j. ab utrecht DREssFiHuis getiteld: de provincie Zeeland. Indien men buitenaf dit werk meer volgde, zou men Zeeland gunstiger en gegronder beoordeelen. V. Gij. hebt al weder veel gezegdmaar weinig bewezen. Doch ik geloof, dat uwe stelling wel zou bewezen kun nen worden en dewijl gij mij hiervan overtuigd hebt, heb ik er vrede mede. Intusschen zouden wij het in één opzigt niet zoo spoedig eens zijn, indien ik door gehechtheid aan het oudeniet overdrevene gehechtheid aan het verkeerde oude had bedoeld en door verlich ting en beschaving onzer eeuw goede hervorming van zeden en gewoonten had verstaan. Echter vrees ik, dat wij nog Verschillen zullen want hetgeen ik misschien goed noem noemt gij verkeerd en zoo omgekeerd b. v. onder het goede nieuwe noem ik de opvoeding het onderwijs, de gansche vorming der jeugd, en hoe wel ik zeidedat in Zeeland veel goeds nog niet was doorgedrongen zonder ik het in dit opzigt uit, vooral ten aanzien der eerste ja zelfs der burgerklasse. Daarin is wezenlijke vooruitgang en is men niet achterlijk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 183