106 Z. T< In het onderwijs der jeugd mag Zeeland te regt ge noemd worden en ik stem u toedat men hierin vooruit is gegaan. Doch dit betreft alle klassen en standen. De armste is niet uitgesloten. Gij bedoelt dus nog iets anders waarschijnlijk. Misschien hebt gij het oog op die opvoe- n ding der jeugd waardoor men kinderen niet tot men- o schen vormen maar reeds dadelijk in menschen her- g scheppen wil. Lees daar eens over den Hoogleeraar r vaï hei-sde in zijne brieven over liooger onderwijs. «Meisjes ,die met de pop moesten spelen zegt hij en in mijne jeugd met elkander dartelden, die engageren zich nu met hare cavaliers om op het Casino te dansen en wie zijn die cavaliers? dezulken, die in mijn' tijd niet dachten, dan om hoepel en priktol.»(f) Dat noem ik geen vooruitgang maar achteruitgang. Wat zullen zij doen op dien leeftijd waarin hun hetgeen voor hen reeds is afgesletenbekoren moest Meer opklim men kunnen zij spoedig niet. Dus teruggaan en menig maal zich vervelen. Als meisjes b. v. zich kleeden als vrouwen dan gaan de vrouwen zich spoedig als meis- jes kleeden, al vervangt de kunst natuur; en zoo loopt Pag 6. (-(-) Dia op dit punt vei l waars en schoons wil lezen vcrgete niet, de wer'ken van onzen te vroeg gestorven tosmaer na te zienREDACT.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 184