108 dat gij mij nu aardig om den tuin leidt daar ik be gonnen ben mijne landgenooten wegens hunne gehecht- 01 beid aan het oude te verdedigen en ik eindig met ®C hunne zucht voor het nieuwe te bestrijden. Doch zoo l'! is het in alles nieten daarom wensclite ikdat gij er eC maar regelregt op af gingt. 111 v< V- h, Ik zal het regelregt en echter met een' grooten zij- ui sprong doen. II ant Tan de opvoeding der jeugd kom g' ik op den landbouw. Doch wij houden toch eenheid bij ei verschillende zaken in 't oog. Dit wordt wel geduld in h geleerde bespiegelingen en wij behoeven in ons een- n voudig praatje dus niet zoo naauw te zien. Ik pas dan li die verkeerde gehechtheid aan het oude op den land- a bouw van Zeeland toe en zal mij hieromtrent niet ei broedvoerig behoeven te verklarendaar zulks nog on- a langs,volgens het gevoelen van cenen deskundigenk zoo voldingend door eenen Zeeuw zeiven bewezen is.^f) s Doch dit nieuwe en betere stelsel schijnen uwe land- z lieden niet te willen volgen. v Z. W 1 c Ik zal ook niet breedvoerig zijn in het beantwoorden, J. var Oüwerkeiir de Vries; «zou de tegenwoordige graanwet door geéne andere kunnen vervangen worden,* (j-) T I'ousgedachten over den landbouw, enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 186