109
omdat gij waarschijnlijk spoedig hieromtrent tot andere
el gedachten zult gebragt worden beter en gegronder
dan ik het zou kunnen doen. Doch ik kan en moet
echter onze landlieden ia bescherming nemen als die
cr
uit gehechtheid aan het oude het betere nieuwe met
verwerpen doch het moet hun vooreerst blijken dat
het nieuwe beter is en ten tweede moet het voor hen
ij- uitvoerlijk zijn. Zij zijn van het eerste niet overtuigd
m gewordenen tot liet laatste niet geholpen. Hoeveel goeds
jij er dus in het aangewezen middel moge zijn; het is voor
in hen van geene waarde. Neem deze volgende eenvoudige
n- waarheden slechts ter harte en oordeel dan. Onze land-
in lieden zijnover het algemeen niet zoo onafhankelijk,
d- als zij daar verondersteld wordenomdat zij geene land -
iet eigenaars zijn; de meesten zijn zelfs door huurcontracten
n_ aan de oude wijze vanlandbouwen gebonden. Bovendien
kunnen zij die weinig mogen wagenniet alles op het
-{•) spel zetten hetgeen zij volgens het aangewezen steslel
d- zouden moeten doen waarin op geene misgewassen
volgens dat stelsel zoo mogelijk gerekend is. Hiertegen
is hun geen behoed-of redmiddel aangewezen. Boven
dien is zoowel de toestand veler landerijen als van
11 hunne gansche bouwinrigting lot welker verandering
hun de middelen ontbreken ongeschikt voor die tak-
5- Hek. Eindelijk zou men bij de gelieele invoering van
dit stelsel in Zeeland met sommige artikelen en pro
ducten even verlegen zijn, als nu met het graan. Zie