116 toch landgenooten, welke denkenubi benenbi patria (d. i. waar men lmt wel heeftvindt men zijn vaderland zullen het goede, dat ik in mijne bescherming nam, toestemmen en overnemen en het verkeerde dat ik soms te onregt kan verdedigd hebben, verbeteren. V. Bij het laatste zoudt gij veel verpligting aan hun heb ben. Z. Bij het eerste zij niet minder aan ons. TOXXICHTIMG. De Auteur van dit gesprek verzoekt den opmerkzamen lezer, aan wiens oordeel door dezenvorm van behandeling de conclusie van een en ander vrij wordt overgelatendit ook aan hem toetestaan. Er zijn zakenwaarvan het voor en tegen wel eens mag gehoord worden, zonder stellige beslissing. Er zijn zakenwelker aanroering aanstootelijk zou kunnen schijnen en hierdoor ondoelmatig zou wor den indien de wijze van voorstelling zelfs den schijn dier bedoeling niet voorkwam. Indien/ élasuus in een natuur lijk karakter naar waarheid geteekend isen men liet beeld des Treemdelings niet onnatuurlijk vindt, zal men

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 194