139 e je- Onder dit alles openbaarde zich zijn natuurlijke aan- au leg yoor de dichtkunst in korte, maar zinrijke gedich- n ij es aan huisselijke tooneeleu of andere in het oog en vallende voorvallen ontleend. Het zij aacta te hoog :oo opzag tegen de grondige kennis van den vaderlijken de onderwijzer het zij hij wistdat deze de poczij niet )r- beoefende; genoeg, liij schroomde geruimen lijd om >1- er mede voor den dag te komen anders dan bij de en geliefde moeder van wier meerdere toegevendheid hij g- voor 's hands een minder streng oordeel duchtte ja n, waarbij hij wclligt op bijval en aanmoediging hoopte, jk Dit was ook werkelijk het geval; evenwel met die be nd hoedzaamheid welke men van cene moeder kon ver- of wachten begaafd met zoo gezond verstand en helder ui. oordeelals welke vauta de zijne mogt noemen. Bij en zonder gehecht aan huisdieren wier verzorging en koes- p- tering hem voor uitspanning gold bezat hij behalve igs andere, eene tortelduif, welke hij van hare geboorte n, af gepleegd had en deze hem door tien dood ontval- it- lende ging dit verlies hem zoo zeer ter harte dat hij he ziju smartgevoel daarover aldus ontlastte an Op het graf van mijn Toriclduijje 'L~ Hier rust het ziglbaar beeld der blanke ottnoozelheid Mijn lieve Tortelduif, zoo vol aanminnigheden.. ,e Mijn hart krimt weg van rouw wijl 'l haar gemis be- P i schreit Maar haar geliefde schim volgt mij op ah mijn treden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 225