140 -- De teedre rozenstruik die op haar' grafstee groeit Herinnert mij de Treugd die wij te zaam genotei Mijn oog ontrolt een traanzoo dikwerf 't struikje bloe Daar haar ontbonden stof in 't bloempje ligt beslote Het zal wél naauwelijks behoeven gezegd te wordei dat een jongeling als sauTa geen' hooger' wensch vo zijn volgend leven kon koesterendan hetzelve uitsli tend aan de studiën te wijden. Doch anders was zijl lotsbepaling. Zijn vaderlijke vriendhoe gaarne de b geerte des geliefden zoons ook in dat opzigt willem involgen moesl dien vurigen wensch tegenstaan en ev( daarom hem reeds op dien leeftijd over eene ande beroepskeuze onderhouden waarop de meesten zijn jaargeuoolen ter naauwernood het onderwijs in de mo dertaai vaarwel zeggen. Nacta i wiens wil steeds in dien zijner ouders i smolten toen reeds inzag dat elke stand in de mas schappij deszelfs waarde en aanzien moet ontleenenvi den man,die denzelven bekleedtonderwierp zich zo der morren aan de wet der noodzakelijkheid, en b paalde zijne keuze tot de kruid- en artsenijmengkuM Na hem vooraf in de beginselen der latijnsche taal die bekwame hoogte gebragt te hebben dat hij met go gevolg zich in het gekozen vak kon oefenen trof zi vader eene overeenkomst met den heer c. vas dek giuj destijds apotheker alhier waarbij deze zich verbonddl veel belovenden zoon voor zijn beroep te zullen bekw

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 226