158 Neen, Ouders!, 'k troost UnietIk voel uw folteringen: Uw roemuw blijdschap uw' verwachting is ver gaan. Weent! nooit zal 's Jonglings hart,van zuivrenwellust gloeijend Bij eiken welkomskus, weer aan uw boezem slaan. Gij staardet vol gevoel uw levensavond tegen Uw Zoon, uw levenslust, in 's Eeuwgen gunst verkre- 8en i Beloofde U 't zaligst lotwaar de ouderdom op roemt. Zijn' vordring kroonde uw zorg; zijn ziel, zoo schoon ontwikkeld Bleef door elke oefning tot volmaking aangeprikkeld Zijn liefde strooide uw pad met paradijsgebloemt. Ontving uw teedre zorgdie voor zijn kindschheid waak te, Niet in 't vooruitzigt reeds het zielveradlendst loon? Be dank der maatschappij voor zulk een roemvol bur ger, Schenkt eenmaal majesteit aan grijsheids eerekroon. Dan 't schaduwbeeld verdweendat in de toekomst laclitte, Waar is de bloesemknop waaruit gij vrucht verwachtte Uw' hoop was op een wolk, een zwevend stof gevest. De dood blies in die wolk, straks was uw' hoop vervlogen. Ginds bloeit do distelstruik door stormen vaak bewogen, En achde ontspruitende eik vieldoor een worm verpest.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1837 | | pagina 244