plaats te zoeken. De Bourgondiër had die mare nog naauwelijks vernomen, of liij raapte alle zijne beschikbare magt bijeen bemande eene vloot en toog met dezelve in eigen persoon naar Zeeland. Sterk was de steun, dien Philips hier aantrof. Want ook de parti) der Kabeljaauwschen teldo vele aanhangers en het toen magtige Zierikzee legde inzonderheid een zwaar gewigt in de schaal ten voordeele van die partij. Een gedeelte van hunne heerkracht was in de nabuurschap. Maar ook Ja co ba had, op de tijding der Engelsche hulp dappero benden herwaarts gezondenen het opperbevel opgedragen aan deu heer Costijn, oudsten zoon van den huize van Haem- stede wiens dapperheid en krijgsbeleid haar bij meer dere gelegenheden gebleken was. Het Hoeksche leger brandde van verlangen om zich met de Kabeljaauw schen te metendoch zij waren niet sterk genoeg om den strijd te openen, zoo lang niet do Engelsche hulp benden ontscheept waren. Reeds den vorigen avond was jonker Lodewij k Bloij s van Treslong naauwe lijks van Ha ems te de in het leger gekomen of heer C o s t ij n had hem naar de Engelsche vloot gezonden ten einde den bevelhebber Filwater te verzoeken, dat hij zijne heerkracht ontschepen en het leger van de gemalinne zijnes meesters met dezelve versterken zou. Maar de looze Engelschman waagde het niet, zijne schepen te verlaten, zoo lang die van Philips in de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 117