dat zij toch spoedig terugkeeren zou. Ééno enkele uit drukking zijner Trees Toor haar leven kon hij echter met terughouden maar Maria legde hem met een Teel beteekenend stilzwijzen den vinger op den praatzieken mond. Op een weinig stroo lag de oude vrouw in den hoek barer gevangenis voor de ziel van haren zoon biddende. Mar ra met de kleine lamp in de hand naderde haar, trillende van angstwantschoon niet ten volle deelendo in het bijgeloof van haren geleider, gevoelde zij even wel eene kleine huivering. Het was inderdaad een schil derachtige groepde oude ongelukkige methare weinige grijze haren, sluipende van onder het armoedig hoofd hulsel de wangen gegroefd met diepe vorengetuigen ran volle teugen uit den beker des lijdens en legen over haar de blozende maagd aan wie de verschillende gewaarwordingen, die zij op dit oogenblik ondervond en de angst eener ontluikende liefde waardoor zij her waarts werd gedreven, eene onbeschrijfelijke bekoor lijkheid bijzetleden, verhoogd nog door het schemer achtige lichtwaarin de schaduw der lamp hare gestalte plaatste. «Ongelukkige oude!» sprak hare vriendelijke, schoon eemgzins bevende stem: «ik heb een diep medelijden met u en kom u nog eens even Tragen of ik niets tot verzachting van uw tegenwoordig lot zou kunnen toe brengen,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 142