BIJ HET OPGRAVEN VAN EENEN (REEDS ONDER DE AARDE BEDOLVEN) STEENEN-KAAI- MUUR te GOES. Tot wering Tan. het woén der ongetemde vloeden En tot beveiliging van 's vijands wreed geweld, Moest 't nijvrig voorgeslacht door wal en muur zich hoe- den En heeft ook deze stad in veiligheid gesteld, t Gevaar van beiden week zee werd in land herschapen 't Vijandelijk geweld op grens en stroom gekeerd. Vier eeuwen rolden heen. Nog wordt door 't zelfde wapen De kracht des tij ds te sterk, de stortvloed afgeweerd; Want uit den kaaimuursteen, waarop de vloed toen strandde Die thans als t hardst metaal uit dafgrond wordt gehaald Wordt aan het nieuwe Saswaar volle zee toen brandde Een kaaimuur opgerigt, die land en stroom bepaalt. Deze muur is gelegd ten jare 1434 tusschen de Hoofd- of Nieuwe- en de Kaai- of St. Maartenspoort. De opgegraven steen wordt thans gebruikt tot bouwing van eenen nieuwen muur aan 't Goesche Sas.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 159