^c£fb t« fof c^erd U ^^(UstK^n €§3©3g> HET GEDURENDE DEN ZEESLAG DER ONZEN TEGEN DE FRANSCHEN ef ENGELSCIIEN DEN 7 JUNIJ 1673. f) Toen schandlijke eigenbaat tien Gal en Brit Tereende Om Neerland's vrije vaart in band en boei te slaan Toen niemand Nederland zijn linlp of bijstand leende Werd 't vrije licldenvolk van God toch bijgestaan. In het zonderlinge werk van den WelEerw. c. Vrolikhkrt, getiteld de Vlissingsche Kerkhemel, vindt men pag. 145 het verhaal, dat het onderwerp dezer dichtregelen uitmaakt. De Predikant, die de voorganger was in deze belangrijke en plegtige bidure, was david de moor, een Zeeuw, gesproten uit het beroemde geslacht der zeehelden van dien naam. De Eerw. VR0L1&HERT noemt alleenlijk het jaartal 1673, doch, volgens de verhalen van drakdt (in zijn leven van DE ruiter, hl. rG8 en volg en van wagemaar (Vaderl. Geschiedenis, dl. XIV, hl, 286 en volg.) viel de hier bedoelde zeeslag voor op den 7.011 Jun;j van dat jaar. Want de hervatte strijd op den i4.«" dierzelfde maand werd verder van da Zeenwsche kusten en meer nabij de Engel-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 161