100 on bergstroomen aftekeeren beeft, voor zijnen on- zo dergang te behoeden. Dit gebrek aan éénheid, hoe ee ongelukkig op zich zeiven kan dus niemand tot verwijt nc verstrekken. Het was het onvermijdelijk gevolg der ver- I smppering dezer lage rivierlandentusschen zoo vele ei onafhankelijke Yorslen. w Maar is nu hij die op eene vernuftige wijze .landen z< aan den stroom ontwoekert, welke eenige eeuwen later V nog beter zouden geweest zijn, een vernuftige Land- h bederverIs een eigenaar van bedijkbare schorren, welke noch hem, noch zijnen kinderen eenig voordeel opleveren een Land bederver wanneer hij dezelve in h vruchtbaar land herscheptalléén daarom wijl hij nog is een honderd jaren geduld moest gehad hebben om afte- wachten of dezelve niet nog beter zouden geworden zijn? v Wie gevoelt niet het ongerijmde dezer vraag? En toch h is dit het groot bezwaar van Bjldekdijk. Het is het h ongeduld onzer Voorvaderen't welk de Voorzienigheid e vooruitlopende de landen op eene allervernuftigsle i wijze bedorven heeft. Men zou echter kunnen vragenwat er van Walcheren1 van geheel Zeeland .ja in de gevolgen van Zuid-Holland zoude geworden zijn .indien onze Voorvaders het geduld 1 gehad hadden om het eenige eeuwen zonder Westkap- s pelschen dijk nittehouden Men zoude kunnen vragen1 op welke hoogten men in afwachting van de ophooging dezer landen door het rivierslib, steden, ge lijk Amsterdam, Rotterdam, enz,, had beliooren te grondvesten? Men

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 178