109 Hoe toont ge uw magt dan, groote God! 0 SchepperHoederlicht en leven Gij spreekt; wij zijn: Gij wenkt; wij sneven, Eén blik van U bepaalt ons lot. Kniel neer, bid aan, gij hoog verheven Serafijnen! Buigt voor Gods heerlijkheid uw wieken, Cherubijnen Het driewerf, heilig! klink de gansche schepping door! Knielt, zaal'gen, voor den troon; loof God, o englenkoor! Middelburg. J. W. Schcprmaïs.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 187