HET WAAR GELER. Het waar geluk is niet te vinden Waar men uit gouden schotels spijst En, vol van trotschheid, zijne vrinden Op net versierde wapens wijst. Neen, 't waar geluk ontvliedt paleizen, Waar laffe weelde zorgen teelt Het woont veel liever bij den wijzen Die vrolijk leeftschoon schaars bedeeld. Het menschdom zoekt verkeerde wegen. Elk zoekt gelukmaar kent het niet Men weet niet, waarin 't is gelegen En oogst voor blijdschap bang verdiiet, Dan vangt men dwaaslijk aan met klagen Dat de aard geen waar genoegen baart Maar hij die naar een schim blijft jagen Is hij een rein genoegen waard r I*

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 199