123 Waar Yindt men dan het ivaar genoegen De rijkdom biedt ons angst en smart; De raadzaal doet Yan zorg ons ZYVoegen Het slagveld rooft de rust van 't hart. Hij diesteeds met zij n lot te vreden Niet naar te liooge dingen streeft Hij smaakt de ware zaligheden Hij is hetdie gelukkig leeft. Slechts in een' kleinen kring van vrinden Rolt zijn vergeten leven voort. Geen ijdle praal kan hem verblinden Hij doet zijn pligtzoo als 't behoort. In weldoen schept hij steeds behagen. Zijn hartdoor echte deugd geleid Helpt armoe's bange lasten dragen En spreidt rondom zich zaligheid. Hoe blij ontwaakt hij eiken morgen Door eenen zacliten slaap verkwikt; Terwijl hij vrij van bleeke zorgen Het ligchaam tot den arbeid schikt. Do dag vervliegt in bezigheden t En de avond voert hem huisvreugde aan Den reinsten wellust hier beneden Schouwt hij in vrouw en kindren aan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1838 | | pagina 201